Er komt mogelijk een brede belastinghervorming en met die aankondiging van het kabinet wordt ook de roep om afschaffing van de dividendbelasting weer luider. PwC tax partner Roland Brandsma is hierover gematigd positief. "Afschaffen kan, maar met forse kanttekeningen. Rücksichtslos schrappen is er niet bij. Daarvoor is de opbrengst van de dividendbelasting voor de schatkist te groot. Een beslissing van het Europese Hof van Justitie zal hierin waarschijnlijk een cruciale rol spelen."

In juni van dit jaar liet staatssecretaris Wiebes van Financiën weten na de zomer te komen met een kabinetsvisie over belastinghervorming. Die visie zal niet alleen een reactie zijn op het advies van de commissie Van Dijkhuizen, maar een bredere beschouwing omvatten op het huidige belasting-en toeslagenstelsel. Wellicht wordt daarin ook de dividendbelasting meegenomen.

Verstorend en belemmerend

Al eerder lieten diverse fiscalisten in een artikel voor TaxLive hun licht schijnen op het fenomeen dividendbelasting. Er valt veel te zeggen voor afschaffing, zo blijkt. De 15% belasting op winstuitkeringen werkt verstorend, zorgt voor een belemmering van het vrije kapitaalverkeer, is mogelijk in strijd met Europese regelgeving en draagt niet bij aan een attractief fiscaal vestigingsklimaat. Ook Brandsma erkent het verstorende effect van deze bronheffing, die fungeert als extra belasting bovenop hetgeen al is geheven over de winst van een onderneming. "Dubbele heffing dus, maar dat geldt veelal ook voor de buitenlandse bronheffingen op interest-en royaltybetalingen die we in Nederland gelukkig niet kennen. Bovendien is bij particuliere aandeelhouders in de meeste gevallen verrekening van de verschuldigde dividendbelasting mogelijk, aldus Brandsma."

Mocht Nederland in de toekomst de dividendbelasting afschaffen dan voorziet de PwC partner, behoudens uitzonderingen, geen grote voor- of nadelen voor de buitenlandse particuliere aandeelhouder. "Voor velen van hen zal het lood om oud ijzer zijn. Er hoeft dan geen Nederlandse dividendbelasting meer te worden betaald, maar daar staat tegenover dat in het woonland ook geen verrekening van deze Nederlandse dividendbelasting meer plaatsvindt. De 15% belastingbesparing in Nederland resulteert dan in een hogere belasting over de winstuitkering in het betreffende woonland. Per saldo blijft de totale last voor de meeste buitenlandse aandeelhouders dus vrijwel gelijk."

Substantiële opbrengst

Toch maar afschaffen? Zo simpel ligt het niet. Tegenargumenten zijn er ook. De belangrijkste is toch wel de gemiste opbrengsten voor de schatkist mocht de dividendbelasting wegvallen. Dat gat moet dan op een andere manier worden gedicht. De opbrengst is namelijk substantieel, maar hoeveel precies, daarover zijn de meningen verdeeld. Schattingen lopen uiteen van enkele honderden miljoenen tot zo'n twee miljard euro per jaar. Volgens Brandsma is de ruwe schatting wel te verklaren: "een deel van de dividendbelasting wordt verrekend met Nederlandse inkomsten-en vennootschapsbelasting en dan zijn er nog de eventuele teruggaafverzoeken op basis van bijvoorbeeld belastingverdragen. Hoeveel dividendbelasting uiteindelijk in de schatkist vloeit is moeilijk te zeggen."

Europees recht mogelijk cruciaal

Of de dividendbelasting behouden kan worden of niet, hangt misschien nog wel voor het grootste gedeelte af van het antwoord op de vraag of deze heffing, die vooral in het buitenland wonende aandeelhouders treft, in strijd is met EU-recht. Er lopen op dit moment diverse procedures bij een aantal rechterlijke instanties, waaronder het Hof van Justitie van de Europese Unie (HvJ EU). Uit de 13e halfjaarsrapportage Belastingdienst blijkt dat buitenlandse aandeelhouders circa 24.000 verzoeken om teruggaaf van dividendbelasting hebben ingediend, omdat zij menen zwaarder belast te worden dan de binnenlandse aandeelhouder. Uit het EU-recht zou mogelijk volgen dat Nederland ten onrechte dividendbelasting heft bij buitenlandse aandeelhouders voor zover deze meer bedraagt dan de uiteindelijk door een in Nederland wonende aandeelhouder verschuldigde (box  3) inkomstenbelasting.

Juridische eindbeslissingen over deze kwestie zullen nog enige tijd duren. In de 13e halfjaarsrapportage valt te lezen dat het budgettaire belang ruim € 1,5 miljard is, mocht een en ander in het nadeel van de Belastingdienst uitvallen. Naast een eventuele terugbetaling van dividendbelasting is dan ook nog rentevergoeding verschuldigd.

Komt het HvJ EU uiteindelijk met een negatief oordeel voor alle situaties dan is afschaffing van de dividendbelasting wat Brandsma betreft de enige reële optie. "Oordeelt het HvJ EU dat de dividendbelasting in zijn huidige vorm kan blijven bestaan dan is afschaffing alleen aan de orde als het Nederlandse vestigingsklimaat hierdoor zodanig verbetert dat het gemis aan dividendbelasting daarmee op zijn minst wordt gecompenseerd."

Een te dichten gat

Brandsma twijfelt of dit reëel is. "Afschaffing verbetert het Nederlandse vestigingsklimaat. Het zal zeker een rol spelen voor buitenlandse bedrijven om zich hier te vestigen, maar hoe bestendig is dit, gezien de almaar in beweging zijnde belastingstelsels van andere landen? Kan Nederland zijn concurrentiepositie hiermee optimaliseren? En ook al halen we met de afschaffing een ‘fair share' binnen van de buitenlandse bedrijven die zich hier te lande vestigen, dan nog moeten er heel wat bedrijven extra worden binnengehaald wil dat de schatkist voldoende opleveren. Zo niet, dan dient het geld ergens anders vandaan te komen. Het gat van gemiste inkomsten door afschaffing van de dividendbelasting zal immers moeten worden gevuld. Als de buitenlandse aandeelhouders het niet betalen, zullen de inwoners van Nederland dit gat moeten dichten."

Bron: Redactie TaxLive

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Dividendbelasting

5

Gerelateerde artikelen