De uitermate complexe eigenwoningregeling moet op de schop. De vraag is alleen hoe? Het antwoord daarop is niet makkelijk. Het risico bestaat dat een hervorming op de lange baan wordt geschoven. Dat is uiteraard niet gewenst, vindt Ruben Stam. “Dat het doorhakken van de hervormingsknoop aan een volgend kabinet is, is begrijpelijk, maar het huidige kabinet kan wel nu al een belangrijke bouwsteen aanleveren. Aan het nieuwe kabinet rest dan de eervolle taak van doorpakken.”
Bouwsteen lasteneffecten
Met een belangrijke bouwsteen doelt Stam, die als fiscalist werkzaam is bij het Fiscaal Juridisch Adviesbureau van Nationale-Nederlanden Bank, op het starten van een onderzoek naar de lastenseffecten van verschillende hervormingsvarianten, zoals het defiscaliseren van de eigen woning, het overbrengen van de eigen woning naar box 3, al dan niet met een vrijstelling, of een forse vereenvoudigingsslag van de eigenwoningregeling in box 1. “Een dergelijk onderzoek heeft nog niet plaatsgevonden, maar is uitermate belangrijk voor het vormen van een eindbeeld over de fiscale behandeling van de eigen woning. Door nu al groen licht te geven voor een doorrekening van de lasteneffecten van zogeheten 'maatmensen' – de verschillende groepen van vergelijkbare eigenwoningbezitters − kan het huidige kabinet alvast een flinke stap zetten in de goede richting naar hervorming.”
“Enkele andere belangrijke onderzoeken zijn al gedaan,” vervolgt Stam. “Zo heeft het CPB in juli 2019 in de notitie ‘ex-post effecten woningmarktmaatregelen’, de huizenprijs- en welvaarteffecten doorgerekend voor de eindbeeldvarianten van defiscalisering en een verplaatsing van de eigen woning van box 1 naar box 3. In februari 2020 heeft het CPB nogmaals woningmarkteffecten doorgerekend voor de Brede Maatschappelijke Heroverwegingen. Belangrijkste conclusie uit die notitie is dat de grootste effecten op doelmatigheid en huizenprijzen optreden bij de variant waarin de eigen woning verhuist naar box 3, de overdrachtsbelasting wordt afgeschaft en de huurtoeslag onafhankelijk wordt van de werkelijke huur.”
Met deze CPB-onderzoeken in combinatie met een nog te starten onderzoek naar de lasteneffecten heeft het nieuwe kabinet volgens Stam straks belangrijke bouwstenen in handen om te komen tot een betere eigenwoningregeling.
Gewenst eindbeeld niet gegeven
Het antwoord op de vraag naar een gewenst eindbeeld voor de fiscale behandeling van de eigen woning, blijft staatssecretaris Vijlbrief van Financiën schuldig in zijn beantwoording van maar liefst 75 vragen uit de Tweede Kamer over een integrale visie op de woningmarkt. Wel beaamt hij dat de eigenwoningregeling te complex is geworden. Om zekerheid te bieden aan de (toekomstige) eigenwoningbezitter is een helder eindbeeld voor de fiscale behandeling van de eigen woning gewenst, aldus de bewindsman.
Doorpakken maar
Dat eindbeeld is echter nog niet in zicht. Stam hoopt dat een nieuw kabinet het zicht hierop niet verder vooruitschuift. Alle partijen zijn er inmiddels wel van doordrongen dat de huidige eigenwoningregeling op de schop moet. Bovendien is de regeling niet goed te handhaven voor de Belastingdienst en er zijn belangrijke neveneffecten: de eigenwoningregeling stuwt de huizenprijzen op en beperkt de arbeidsmobiliteit. De discussie dat er iets moet gebeuren, gaat niet meer weg. De tijd van hervorming is aangebroken. Een nieuw kabinet zal hiervoor de handschoen moeten opnemen!”
Weg van de minste pijn
Dat de eigenwoningregeling op de schop gaat, daar is Stam van overtuigd. De vraag is alleen nog hoe, binnen welk tijdbestek en met welke overgangsregeling. “Voor het hoe is belangrijk dan men op zoek gaat naar de weg van de minste pijn. Het is absoluut onwenselijk dat door een hervorming de nettolasten van woningbezitters dusdanig omhoog gaan, dat zij hierdoor in financiële problemen komen. Datzelfde geldt voor een eigenwoningregeling die een forse waardedaling van woningen als resultaat heeft. Een zekere waardedaling is nog wel acceptabel, gezien ook de stijgingen van woningprijzen in de afgelopen periode.” Maar een daling van afgerond 12%, waar het CPB op uitkwam in een van de varianten, lijkt Stam politiek onverkoopbaar.
Terugsluis
“In de zoektocht naar de weg van de minste pijn is ook inzicht in de in het vooruitzicht gestelde terugsluis relevant,” benadrukt Stam. “De besparing die een aanpassing of hervorming van de eigenwoningregeling de overheid oplevert, zou worden teruggesluisd naar de belastingplichtigen, maar dat zal nooit een 100%-teruggaaf zijn aan enkel eigenwoningbezitters. Opmerkelijk genoeg kan de staatssecretaris in zijn antwoorden niet aangeven in hoeverre de beloofde terugsluis van eerdere maatregelen in de eigenwoningregeling ook daadwerkelijk heeft plaatsgevonden, omdat er ook andere wijzigingen in de IB-sfeer zijn doorgevoerd. Gaat dat dan straks bij een grootscheepse hervorming ook zo? Er gebeurt immers elk jaar wel wat in de inkomstenbelasting. Dan is een evaluatie van toekomstige aanpassingen in de eigenwoningregeling op het punt van terugsluis eigenlijk al bij voorbaat kansloos.”
Overgangsperiode
Voor het tijdbestek van een hervorming van de fiscale behandeling van de eigen woning, speelt een overgangsperiode een belangrijke rol. In verschillende rapporten over de eigenwoningregeling wordt een periode van 20 tot 30 jaar genoemd om toe te werken naar een eindbeeld als het defiscaliseren of het opnemen van de eigen woning in box 3. “In zijn antwoorden merkt de staatssecretaris hierover op dat de huidige lage gemiddelde uitstaande hypotheekrente en opgaande woningprijzen mogelijk ruimte bieden voor een kortere overgangsperiode,” aldus Stam. “Overigens lijkt box 3 de meest logische plaats voor de eigen woning, omdat de woning zowel een vermogensbestanddeel als een consumptiegoed is. Maar of box 3 uiteindelijk ook de weg van de minste pijn is, zal moeten blijken uit alle doorrekeningen.”
Kortetermijnaanpassing
Alhoewel een fiscale hervorming van de eigenwoningregeling een langetermijnexercitie is, is een kortetermijnaanpassing vanwege de coronacrisis nu al te realiseren. Stam wijst op de betaalpauze-maatregel die niet langer mag duren dan zes maanden om te voorkomen dat een eigenwoningschuld niet meer aan de fiscale aflossingseis voldoet en daardoor verhuist naar box 3. “Niemand kan op dit moment aangeven hoe lang de coronacrisis gaat duren. Iets flexibeler omgaan met de looptijd van de betaalpauze is voor de eigenwoningbezitter die tijdelijk zijn hypotheek niet meer kan betalen, gewenst. Waarom geen langere termijn hanteren, als de geldverstrekker ook akkoord gaat met een ‘betaalpauze’ van bijvoorbeeld acht of negen maanden? De wettelijke regeling biedt hiervoor meer ruimte dan de nu als coronamaatregel gegeven ‘betaalpauze’-versoepeling.”
Bron: Redacteur Marit Muller