Van een huurder die permanent in een recreatiewoning woont, werd de huurtoeslag onterecht stopgezet. De Raad van State heeft dit besluit van de Belastingdienst in een hoger beroep teruggedraaid.
Dat meldt de Woonbond. Per 1 juli 2016 wijzigde de Wet op de huurtoeslag, waardoor het niet langer mogelijk is om huurtoeslag te ontvangen voor een recreatiewoning of woning gelegen op een recreatiepark/bungalowpark. In de nieuwe wet staat dat er geen recht op huurtoeslag is als de woning onderdeel uitmaakt van een hotel-, pension, kamp- of vakantiebestedingsbedrijf.
Permanente bewoning
De vraag in deze zaak is wanneer sprake is van wonen op een 'vakantiebedrijf'. De rechtbank oordeelde eerder dat de woning onderdeel uitmaakt van een vakantiebestedingsbedrijf omdat het park als recreatiepark is gebouwd en als zodanig nog in gebruik is.
In hoger beroep heeft de huurder volgens de Raad van State aangetoond de woning permanent te bewonen. Bovendien gedoogt de gemeente deze woonfunctie van woningen op het park. Daarmee is er geen sprake van een woning die onderdeel uitmaakt van een vakantiebedrijf, ook al worden op hetzelfde park ook vakantiewoningen verhuurd, oordeelt de Raad van State. De huurtoeslag is daarom ten onrechte stopgezet.
De Belastingdienst krijgt zes weken om met een nieuw oordeel te komen over de huurtoeslag van deze huurder.
Bron: Woonbond
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet