Afgelopen week heeft het financiële klachteninstituut Kifid maar liefst drie bindende uitspraken gedaan in het nadeel van hypotheekadviseurs. De rode draad: de klagers, eigenwoningbezitters met hypotheekwensen, lijden schade door slechte dienstverlening of schending van de zorgplicht door de adviseurs.

In de eerste zaak vorderen de consumenten kwijtschelding van 50% van het factuurbedrag van € 2.350. "We hebben het adviestraject als zeer onplezierig en stressvol ervaren. Er is van alles misgegaan, de adviseur werd steeds boos en hij heeft ons meermaals onbeschoft te woord gestaan", staat te lezen in de uitspraak.

Het Kifid gaat niet mee in de klachten over het gedrag van de adviseur maar vindt wel dat de consumenten een punt hebben wat betreft de gebrekkige informatie van de adviseur en daardoor het rommelige verloop van de inbreng van eigen geld op het moment van de overdracht van de woning bij de notaris. Het Kifid (zaaknummer 2022-0670) vindt een vermindering van 25 procent van het factuurbedrag daarom passend.

Ongewilde eigendomsoverdracht

De volgende zaak is wat ingewikkelder en draait om een gescheiden echtpaar dat samen de eigendom had over hun woning. De echtelieden waren beiden schuldenaar voor de hypotheek. Voor de echtscheiding hebben zij afgesproken dat de vrouw haar ex-echtgenoot zou uitkopen en de geldlening zou overnemen.

De vrouw kreeg van de adviseur twee opties: indeplaatsstelling van de nieuwe partner van de vrouw waardoor hij mede-eigendom krijgt in de woning of ontslag uit hoofdelijke aansprakelijkheid van de ex-echtgenoot. Het zou volgens de adviseur op hetzelfde neerkomen. Hierbij is nooit gesproken over eigendomsoverdracht, een eis van de geldverstrekker bij de indeplaatsstelling. Bij dit laatste zou overdrachtsbelasting om de hoek komen kijken.

Volgens de vrouw is zij pas laat in het traject over deze eis van eigendomsoverdracht geconfronteerd en was er voor haar geen weg meer terug. Toch vindt het Kifid dat de adviseur niet schadeplichtig is voor de kosten van de eigendomsoverdracht aan de nieuwe partner.

Het lag wel op de weg van de adviseur om de vrouw op tijd te informeren over de eigendomsoverdracht waardoor zij een afgewogen keuze had kunnen maken tussen indeplaatsstelling of het oversluiten van de hypotheek. Het klachteninstituut (nummer 2022-0669) matigt daarom de factuur (€ 2.500) van de adviseur met 50 procent.

Dwaling

In de laatste zaak (nummer 2022-0668moet de hypotheekadviseur van het Kifid de kosten voor de begeleiding bij het afsluiten van de hypotheek van € 850 terugbetalen aan de klaagster. In deze gecompliceerde zaak zijn vele partijen betrokken zoals de geldverstrekker, de notaris, een overleden ex-partner en de erfgename (niet zijnde de klaagster) en spelen onder meer betalingsachterstanden van de hypotheektermijnen en de niet-gerealiseerde mede-eigendom van de woning.

In een notendop komt de klacht erop neer dat of de geldverstrekker of de adviseur bij de overdracht bij de notaris opdracht had moeten geven om de klaagster mede-eigenaar te maken van de woning. Volgens de vrouw had zij op zijn minst gewaarschuwd moeten worden voor de gevaren en risico’s van hoofdelijke aansprakelijkheid voor een hypothecaire geldlening, zonder mede-eigenaar te worden van het onderpand.

Het Kifid is van oordeel dat er geen sprake is van dwaling. Volgens de klachtencommissie heeft de geldverstrekker ook haar zorgplicht niet geschonden. Wel verwijt de commissie de adviseur dat zij haar zorgplicht heeft geschonden in het adviestraject. De adviseur moet een deel van de advieskosten vergoeden.

Bron: Kifid

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Inkomstenbelasting, Huwelijksvermogensrecht

61

Gerelateerde artikelen