Willen de ex-partners het zo regelen dat de hypotheekrente slechts op een van hen drukt, dan kan dat via de route van alimentatiebetalingen. De volgende casus maakt dat duidelijk.
De casus luidt als volgt:
In december 2020 is een man gescheiden. Ze waren getrouwd in gemeenschap van goederen en hebben een eigen woning en een hypotheek. De man is op het moment dat de scheiding formeel is afgerond uit de woning vertrokken, zijn ex en de kinderen zijn er blijven wonen.
In het echtscheidingsconvenant hebben ze afgesproken om over en weer af te zien van alimentatie. Ze hebben besloten om de gezamenlijke woning pas te verkopen als de kinderen wat ouder zijn. Over de betaling van aflossing en hypotheekrente hebben ze niets opgenomen in het convenant maar mondeling zijn ze overgekomen dat de man die voorlopig voor zijn rekening neemt. Kan hij de hypotheekrente aftrekken bij zijn aangifte inkomstenbelasting?
Vanaf het moment van uit elkaar gaan, heeft iedere partner slechts recht op aftrek van zijn/haar aandeel van de hypotheekrente. Voor de partner die de woning verlaat, geldt dit recht gedurende maximaal twee jaar (art. 3.111 lid 4 Wet IB 2001). De rente moet daarnaast door de betreffende partner worden betaald. Voor een periode van twee jaar na het verlaten van de voormalig echtelijke woning is het dus mogelijk om de helft van de betaalde hypotheekrente in aftrek te brengen bij de aangifte inkomstenbelasting van de vertrokken partner. De andere helft is niet aftrekbaar, niet bij de man maar ook niet bij zijn ex-partner. De ex-partner die in de woning blijft wonen betaalt de hypotheekrente immers niet zelf. In fiscale zin drukt de rente niet en kan dientengevolge niet door de ex-partner worden afgetrokken.
Willen de partners het zo regelen dat de hypotheekrente slechts op een van hen drukt, dan kan dat via de route van alimentatiebetalingen. De betaalde alimentatie is aftrekbaar als persoonsgebonden aftrek volgens art. 6.3 lid 1 onderdeel a Wet IB 2001. Hiervoor geldt een tariefcorrectie als het inkomen van de alimentatieplichtige in de hoogste schijf inkomstenbelasting (49,5% in 2021) wordt belast. De in 2021 betaalde alimentatie is dan nog maar aftrekbaar tegen het tarief van 43%. Dit percentage daalt jaarlijks met 3% totdat het basistarief van 37,05% in 2023 wordt bereikt.
Voorbeeld
Jan en Yvette, gehuwd in gemeenschap van goederen, hebben gezamenlijk een eigen woning en een eigenwoningschuld (50:50). De maandelijkse hypotheekrente is € 950. Ze gaan scheiden en Yvette verlaat de woning. Jan en Yvette willen het zo regelen, dat de hypotheekrente uitsluitend op Jan rust. Jan en Yvette moeten dan het volgende doen:
- Jan en Yvette spreken schriftelijk af dat Jan aan Yvette een alimentatie betaalt van € 475 per maand;
- Maandelijks betaalt Jan aan de bank € 475 rente. Jan trekt deze rente af;
- Maandelijks betaalt Jan aan Yvette € 475 alimentatie. Jan trekt deze alimentatie af. In totaal betaalt Jan maandelijks € 950 en kan hij € 950 op zijn inkomen in aftrek brengen;
- Maandelijks ontvangt Yvette € 475 alimentatie. Dit telt zij op bij haar inkomen;
- Maandelijks betaalt Yvette aan de bank € 475 rente. Yvette trekt deze rente af. In totaal zijn de lasten voor Yvette nihil.
Jan en Yvette kunnen ervoor kiezen de hypotheekrente en de alimentatie met elkaar te verrekenen. Zij moeten dan afspreken dat Jan alle hypotheekrente betaalt en dat € 475 van de te betalen hypotheekrente wordt aangemerkt als alimentatie van Jan aan Yvette.
Fiscale behandeling ter beschikking stellen van woongenot
Als een van de ex-partners tijdens het duurzaam gescheiden leven of na echtscheiding de echtelijke eigen woning blijft bewonen, kan er sprake zijn van de periodieke vertrekking van woongenot. Art. 6.3 lid 2 Wet IB 2001 regelt de fiscale behandeling. Daarbij zijn drie situaties te onderscheiden; de woning is geheel eigendom van degene die alimentatie verstrekt in de vorm van woongenot, de woning is gezamenlijk eigendom en de woning is eigendom van degene die in de woning achterblijft.
- De voormalige echtelijke woning is volledig eigendom van de (ex-)echtgenoot die in de woning blijft wonen: art. 6.3 lid 2 Wet IB 2001 is niet van toepassing, omdat geen sprake is van verstrekking van periodieke uitkeringen in de vorm van huisvesting door een beperkt gerechtigde.
- De voormalige echtelijke woning is gezamenlijk eigendom. De (ex-)echtgenoot die de woning kan blijven bewonen in het kader van de gemaakte afspraken - dit wordt in de praktijk wel de alimentatieregeling genoemd - geniet een periodieke uitkering ter grootte van de helft van het eigenwoningforfait met toepassing van art. 3.101 lid 2 Wet IB 2001. Hetzelfde bedrag is met toepassing van art. 6.3 lid 2 Wet IB 2001 aftrekbaar bij degene die de periodieke uitkeringen in de vorm van huisvesting verstrekt.
- De voormalige echtelijke woning is volledig eigendom van de (ex-)echtgenoot die de periodieke uitkeringen in de vorm van huisvesting verstrekt. De (ex-)echtgenoot die de woning kan blijven bewonen in het kader van de gemaakte afspraken, geniet een periodieke uitkering ter grootte van het eigenwoningforfait met toepassing van art. 3.101 Wet IB 2001. Hetzelfde bedrag is met toepassing van art. 6.3 Wet IB 2001 aftrekbaar bij degene die de periodieke uitkeringen in de vorm van huisvesting verstrekt.
Bij de verbreking van een relatie tussen ongehuwde samenwoners kan er natuurlijk ook sprake zijn van de periodieke verstrekking van woongenot. De fiscale behandeling verloopt net als hiervoor omschreven. Een voorwaarde is wel dat het een in rechte vorderbare - dus op een overeenkomst gebaseerde - periodieke verstrekking van woongenot betreft die berust op een dringende morele verplichting van moraal en fatsoen (art. 6.3 lid 1 onderdeel f Wet IB 2001).
Bij het opstellen van een echtscheidingsconvenant worstelt de praktijk regelmatig met de fiscale gevolgen van (niet) gemaakte afspraken over de eigen woning. De Belastingdienst constateert dat ook en heeft daarom een brochure gepubliceerd waarin een aantal fiscale aandachtspunten over het echtscheidingsconvenant en de eigen woning is opgenomen. Onder andere de volgende onderwerpen komen aan bod:
- Apart of samen aangifte inkomstenbelasting doen – wat heeft de voorkeur?
- Hoe zit het met de eigenwoningrente?
- Kan verstrekt en ontvangen woongenot opgevat worden als partneralimentatie?
Bron: Legal, Compliance & Tax Nationale-Nederlanden