Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat aftrek van hypotheekrente voor een eigen woning in een ander jaar dan dat de kosten zijn betaald, niet mogelijk is.
De zaak (26 juni 2018, ECLI:NL:GHARL:2018:5944) verloopt als volgt. Een man heeft een eigen woning die hij heeft gefinancierd met een hypothecaire lening. Als gevolg van een langdurig ziekbed en verblijf in een verpleegtehuis trekt hij de in 2009 betaalde hypotheekrente niet af bij zijn belastingaangifte over dat jaar. Bij de aangifte inkomstenbelasting over het jaar 2015 trekt hij alsnog de in 2009 betaalde hypotheekrente af. De inspecteur weigert de aftrek.
Het hof stelt met een verwijzing naar artikel 3.147 Wet IB 2001 dat de in 2009 betaalde hypotheekrente in aftrek kan komen in 2009, het jaar van betaling. Aftrek in een ander jaar dan het jaar waarin de kosten zijn gemaakt, staat de Wet IB 2001 niet toe. Op grond van wet- en regelgeving heeft het hof ook geen andere mogelijkheden om de man tegemoet te komen.
Belang voor de praktijk
Op grond van artikel 3.147 Wet IB 2001 komen aftrekbare kosten en uitgaven voor inkomensvoorzieningen, zoals de inleg op een lijfrenterekening, voor aftrek in aanmerking op het tijdstip waarop zij zijn:
- betaald;
- verrekend;
- ter beschikking gesteld; of
- rentedragend zijn geworden.
Het kan natuurlijk voorkomen dat een belastingplichtige vergeet om aftrekbare kosten of uitgaven voor inkomensvoorzieningen op te nemen in de belastingaangifte over het jaar van betalen.
Belastingaanslag nog niet definitief
Als de aanslag over het belastingjaar nog niet definitief is opgelegd, is het mogelijk om de aangifte opnieuw in te dienen of om een aanvulling op de belastingaangifte te doen. Zo kunnen vergeten aftrekposten alsnog in aftrek komen.
Belastingaanslag definitief, bezwaartermijn nog niet verstreken
Als er een definitieve aanslag is opgelegd en de bezwaartermijn van zes weken vanaf de dagtekening van de aanslag is nog niet verstreken, dan kan de belastingplichtige bezwaar maken tegen de opgelegde aanslag. In veel gevallen hoeft hij echter niet een formeel bezwaarschift in te dienen maar volstaat het opnieuw indienen van de aangifte voorzien van de juiste gegevens. De Belastingdienst heeft een handig hulpmiddel dat aan de hand van het aanslagnummer aangeeft op welke wijze bezwaar kan worden gemaakt.
Belastingaanslag definitief, bezwaartermijn verstreken: ambtshalve vermindering
Als de bezwaartermijn van zes weken is verstreken, kan er geen bezwaar meer worden gemaakt tegen de belastingaanslag en is deze definitief. Het is wel mogelijk om de Belastingdienst te verzoeken om de belastingaanslag ambtshalve te verminderen (artikel 65 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (AWR)). De Belastingdienst onderzoekt of de aanslag juist is vastgesteld en zal in een voorkomend geval de aanslag verminderen als blijkt dat deze te hoog is vastgesteld. Dit is het geval bij ‘vergeten’ aftrekposten.
Een verzoek tot ambtshalve vermindering moet binnen vijf jaar na afloop van het betreffende belastingjaar worden ingediend.
Voorbeeld
Frans ontvangt op 14 augustus 2017 een aanslag inkomstenbelasting over 2016. Hij heeft tot vijf jaar na 31 december 2016 de tijd om een verzoek tot ambtshalve vermindering te doen. Het verzoek moet dus uiterlijk op 31 december 2021 door de Belastingdienst zijn ontvangen.
In deze procedure had de man dus uiterlijk op 31 december 2014 (vijf jaar na afloop van het belastingjaar 2009) een verzoek tot ambtshalve teruggave moeten doen. Omdat hij dit heeft nagelaten, kan de Belastingdienst geen ambtshalve vermindering meer toepassen. De rechter kan een verzoek tot ambtshalve vermindering evenmin honoreren omdat de bevoegdheid op grond van artikel 65 AWR aan de Belastingdienst is toegewezen.
Hardheidsclausule verzoek
Na het verstrijken van de termijnen voor bezwaar en ambtshalve vermindering kan wellicht een verzoek tot toepassing van de hardheidsclausule nog uitkomst bieden (artikel 63 AWR). De hardheidsclausule geldt in die gevallen waarbij een wet onbedoelde gevolgen heeft die niet door de wetgever zijn voorzien. Een verzoek om toepassing van de hardheidsclausule wordt echter niet gehonoreerd als een belastingwet door persoonlijke omstandigheden niet goed uitpakt voor een belastingplichtige.
Verzoeken tot toepassing van de hardheidsclausule kunnen worden gestuurd naar:
Ministerie van Financiën
Directie Vaktechniek
Team Brieven en Beleidsbesluiten
Postbus 20201
2500 EE Den Haag
Lees ook het thema Eigenwoningregeling.
Bron: Fiscaal Juridisch Adviesbureau Nationale Nederlanden