In de onderwijssector blijken jubilarissen die 25 of 40 jaar in dienst zijn hun gratificatie niet altijd belastingvrij te ontvangen. Een jaar geleden stelde de Belastingdienst dat de werknemer in het hoger beroepsonderwijs 25 of 40 jaar bij één werkgever of onder één cao moet hebben gewerkt. Veel HBO's gingen daarna vaker belasting inhouden. "Ten onrechte", zegt jurist Niels Buijense van de Algemene Onderwijsbond (AOb).

Onderwijsmedewerkers die 25 of 40 jaar in het onderwijs werken, kunnen rekenen op een jubileumgratificatie waarbij het brutosalaris vanwege het jubileum voor één keer netto op de salarisstrook wordt bijschreven. Toch komen er bij de AOb zaken binnen waarbij er wel belasting wordt ingehouden. "Het gaat vooral om medewerkers uit het mbo en hbo", zegt AOb-jurist Niels Buijense.

In de cao hbo staat dat schoolbesturen de jubileumgratificatie één keer onbelast mogen uitkeren. Het gaat om personeel dat 25 of 40 jaar heeft gewerkt bij één van de sectoren die verbonden zijn aan pensioenfonds ABP. De Belastingdienst vond dat een te ruim begrip en liet vorig jaar aan werkgeversorganisaties weten dat het aantal dienstjaren wordt bepaald op basis van het aantal jaren bij één werkgever of onder één cao. De in de cao hbo gehanteerde telling, waarbij het aantal voor het ABP-pensioen geldige dienstjaren bepalend is, kon daardoor niet leiden tot vrijstelling van de gratificatie, zo stelde de Belastingdienst. Hierdoor waren er hogescholen, zoals de Hogeschool Utrecht en de Haagse Hogeschool, die sindsdien belasting gingen inhouden.

Jurist Buijense ontdekte na wat speurwerk dat de Belastingdienst als organisatie nagenoeg dezelfde regel heeft als in de cao hbo. "Ik kwam erachter dat per 1 januari 2020 de jubileumgratificatie bij de Belastingdienst is geregeld in de cao Rijk. Daarin staat letterlijk:

‘Als diensttijd voor een jubileumuitkering telt de gewerkte tijd mee waarin u ABP-pensioen heeft opgebouwd’.

Ook in de regeling hiervoor ging het over bij het ABP doorgebrachte tijd. "Toen wist ik dat ze een nagenoeg identieke regeling hadden", zo stelt Buijense vast.

Na een WOB-procedure waarbij de AOb-jurist inzage kreeg in de afspraken van de Belastingdienst met zijn personeel, constateerde hij rechtsongelijkheid omdat het personeel van de Belastingdienst wel belastingvrije gratificaties kreeg uitgekeerd. Hij diende daarna bezwaar in voor een specifiek geval van een jubilerende docent op wiens gratificatie belasting was ingehouden. De dienst oordeelde in deze zaak dat de HBO geen loonheffing in had mogen houden op de jubileumgratificatie van de docent en stortte de ten onterechte ingehouden loonbelasting terug.

AOb-sectorbestuurder Van der Ploeg wil dat de regel weer voor het hele hbo zo gaat gelden. "Het gaat om echt geld, niet om een paar dubbeltjes. Bovendien is deze regeling altijd zo uitgevoerd en sinds vorig jaar is het ineens een probleem. Ik ben daarom al een tijd met de Belastingdienst in gesprek om dit vast te leggen in het Handboek loonbelasting zodat hier geen onduidelijkheid meer over is", zegt hij op de website van de bond.

Bron: AOb

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Loonbelasting

171

Gerelateerde artikelen