De kabinetsbrief van vorige week vrijdag creëert "onzekerheid en onduidelijkheid", aldus Zoetmulder. In die brief kondigt staatssecretaris Weekers aan dat de Belastingdienst spontaan informatie zal gaan uitwisselen met verdragspartners over doorstroomvennootschappen die niet voldoen aan bepaalde eisen van substance. Het gaat om eisen die op dit moment alleen gelden voor vennootschappen die fiscale zekerheid vooraf (ATR of APA) vragen. Zonder substance komen vennootschappen in principe niet in aanmerking voor een ruling of een APA. Verder wordt aan 23 landen aangeboden om antimisbruikbepalingen in het verdrag op te nemen. Niet wordt aangegeven waaraan gedacht wordt.
Gevolg van het doorgeven van de gegevens van vennootschappen zonder (voldoende) substance kan zijn dat die niet (meer) in aanmerking komen voor verdragsvoordelen, lees een lagere bronheffing. Bronlanden maken dat echter zelf uit. "Wij gaan niet op de stoel van de bronlanden zitten door maatregelen te nemen tegen deze vennootschappen, we informeren onze verdragspartners slechts", zo zegt een woordvoerder van het ministerie van Financiën in een toelichting op de brief.
Doorschieten
Helmar Klink, partner International Tax Services bij Ernst & Young, zegt de maatregelen met zorg te hebben verwelkomd. "In principe kun je er geen bezwaar tegen hebben, maar praktisch leidt het tot allerlei problemen", aldus Klink. "Zeker nu Nederland hiermee voorop gaat lopen, zonder dat een en ander internationaal gecoördineerd is." Zo is er het risico dat belastingautoriteit elders de Nederlandse melding opvatten als een signaal dat er nog meer aan de hand is. "Als de status van zo'n melding niet duidelijk is, omdat het in internationaal verband een uitzondering is, dan bestaat het gevaar dat inspecteurs doorschieten in hun ijver informatie te vergaren. Het bedrijf wordt dan mogelijk onder vuur genomen met nog veel meer vragen en informatieverzoeken." Ook is op dit moment niet duidelijk welke uitstralingseffecten hier vanuit zullen gaan. "Krijgen buitenlandse belastingautoriteiten straks de smaak te pakken en gaan zij vervolgens Nederlandse ambtenaren overstelpen met verzoeken voor allerlei andere belastingplichtingen met dochtervennootschappen in Nederland?", zo vraag Klink zich af.
Breuk
De omstandigheid dat op dit moment de concrete uitwerking van de kabinetsmaatregelen niet helder is, is volgens Zoetmulder een van de factoren die onzekerheid creëert. Belangrijker vindt hij echter dat er sprake is van een breuk in het kabinetsbeleid ten opzichte van de brief die Weekers in januari aan de Tweede Kamer schreef. "Daarin stond nog zeer helder verwoord dat Nederland actief betrokken is bij de internationale initiatieven op dit gebied en niet eigenstandig zou optreden. Natuurlijk begrijpen we dat de politieke druk erg hoog is opgelopen, maar toch ben ik principieel ongelukkig dat er nu toch eenzijdig maatregelen genomen worden."
Gevolg is ook dat er twijfel is of het hierbij blijft wat betreft het kabinet. "Het is heel belangrijk dat duidelijk wordt dat het hierbij blijft. Het kabinet moet nu wel zijn rug recht houden als de politieke druk blijft aanhouden." Toch is er "in principe" ook steun van de NOB voor het doel van dit nieuwe beleid. "Als er, op internationale schaal, hele duidelijke spelregels kunnen worden opgesteld die misbruik effectief bestrijden, dan zijn we daar groot voorstander van, mits dat een level playing field creëert en wordt gebaseerd op hard law."
Wassen neus
Overigens ziet het er niet naar uit dat de politieke druk op korte termijn afneemt. De SP zegt blij te zijn dat het kabinet nu het probleem erkent, maar ziet niet in dat uitbreiding van substance-eisen "een concreet plan" ter bestrijding van belastingontwijking is. Tax Justice-voorzitter Giuseppe van der Helm sprak in een eerste reactie op de kabinetsbrief van "een wassen neus". De Tweede Kamer houdt 12 september een hoorzitting over bijzondere financiële instellingen. Na die hoorzitting zal in de Tweede Kamer een debat plaatsvinden over belastingontwijking.
Bron: Redactie TaxLive
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Internationaal belastingrecht