Het kabinet wil dat de wet die het nieuwe pensioenstelsel regelt per 1 januari 2023 ingaat. Dat is een jaar later dan gepland. Demissionair minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken) meldt dit aan de Tweede Kamer.

Het wetsvoorstel is eerder dit jaar 'in consultatie' gegaan, waarbij het kabinet vraagt om kritiek en suggesties van betrokken partijen. Daar zijn veel reacties op gekomen, die een "goede weging" vragen, verklaart Koolmees de vertraging.

Werkgevers, werknemers en pensioenfondsen krijgen na inwerkingtreding van de wet vier jaar de tijd om over te stappen op het nieuwe stelsel. Deze deadline wordt dus ook opgeschoven naar 1 januari 2027, meldt Koolmees. Maar het kabinet hoopt, net als werkgeversorganisaties en de vakbonden om "zo veel als mogelijk" al begin 2026 over te stappen op het nieuwe stelsel.

Volgens de Pensioenfederatie willen pensioenfondsen met sociale partners en het kabinet het proces aan de gang houden, om de overstap naar het nieuwe pensioenstelsel toch al in 2026 of eerder mogelijk te maken. De brancheorganisatie van pensioenfondsen vindt het belangrijk te blijven streven naar de invoeringsdatum van 1 januari 2026 voor de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel. En er zijn ook fondsen die er naar toe werken om al op 1 januari 2023 over te gaan naar het nieuwe stelsel. Daarom is het volgens de Pensioenfederatie belangrijk dat alle nieuwe regels straks tijdig in 2022 bekend zijn.

De Autoriteit Financiële Markten, De Nederlandsche Bank en de Belastingdienst toetsen het wetsvoorstel nog op toezicht en uitvoerbaarheid. Ook het College voor de Rechten van de Mens, de Raad voor de rechtspraak en de Raad van State komen nog met een advies. De wet wordt daarna door de Tweede en Eerste Kamer behandeld. Door de discussies over de positie van het parlement als controleur van het kabinet, heeft de Tweede Kamer ook uitgesproken dat ze juist meer tijd wil nemen om wetten te behandelen. Zeker ingewikkelde wetten, zoals de pensioenwet. Het kabinet dient het wetsvoorstel naar verwachting pas begin volgend jaar in bij de Tweede Kamer.

In de zomer van 2020 bereikten werkgevers en vakbonden een definitief akkoord over de hervorming van het pensioenstelsel. Het gaat om een uitwerking van het pensioenakkoord dat het kabinet, werkgevers en werknemers in 2019 sloten. Ook GroenLinks en PvdA steunden dit akkoord.

Om het stelsel op termijn betaalbaar te houden worden de uitkeringen meer afhankelijk gemaakt van de financiële prestaties van de pensioenfondsen. Dat betekent dat de pensioenen bij tegenspoed sneller moeten worden gekort, maar in betere tijden ook sneller weer kunnen stijgen.

Dat betekent ook dat er geen gebruik meer zal worden gemaakt van rekenrente en dekkingsgraden. Er wordt wel een aantal schokbrekers ingebouwd om te voorkomen dat crises zoals de huidige ineens tot grote pensioenkortingen leiden. Zo komt er een zogenoemde solidariteitsreserve om economische schokken op te vangen.

Tegenvaller

Het uitstel van de invoering van de wet, is volgens vakbond CNV een "hard gelag" voor veel gepensioneerden. Die zouden nu nog een jaar langer moeten wachten op een mogelijke verhoging van hun pensioen. "Een stevige tegenvaller voor veel gepensioneerden die al jaren op de nullijn zitten", zo reageert de teleurgestelde vicevoorzitter en pensioenonderhandelaar van CNV, Patrick Fey.

"Juist de nieuwe pensioenwet moest ervoor zorgen dat pensioenen meer meebewegen met de markt. Nu de rente eindelijk weer stijgt, zou dat voor veel gepensioneerden uitzicht op indexatie betekenen. Helaas stelt het kabinet de invoering van de nieuwe pensioenwet maar liefst een jaar uit", aldus de vakbondsman.

Na druk van de sociale partners heeft demissionair minister Wouter Koolmees van Sociale Zaken volgens Fey wel toegezegd dat hij kijkt naar mogelijkheden om eerder te indexeren. En dat onnodige kortingen worden voorkomen. "Dit is het enige lichtpunt bij dit slechte nieuws. We zullen de minister hier het komende jaar strikt aan houden. Te veel mensen wachten al jaren op indexatie. Dat is nog slechter uit te leggen nu de rente stijgt."

Seniorenorganisaties als ANBO en de Koepel Gepensioneerden begrijpen het besluit tot uitstel. "Want zorgvuldigheid gaat voor snelheid." Maar ze vinden het een slechte zaak dat met dit uitstel de onzekerheid, zeker ook onder gepensioneerden, nog verder toeneemt. Ze betreuren het daarnaast dat de minister geen besluit heeft genomen dat het voor pensioenfondsen in de overgangsperiode naar het nieuwe pensioenstelsel eerder mogelijk zou maken de pensioenen weer wat te verhogen.

Bij FNV en vakcentrale VCP is ook gereageerd op het nieuws dat de herziening van het pensioenstelsel nu met een jaar opschuift. "Een pijnlijk, maar verstandig besluit", stelt VCP-bestuurder Ruud Stegers. "We zijn teleurgesteld dat uitstel noodzakelijk is. Aan de andere kant is het belangrijk dat naar het wetsvoorstel zorgvuldig gekeken wordt, het gaat om ingrijpende veranderingen", benadrukt Willem Noordman van het dagelijks bestuur van FNV.

Pensioenexpert Frank Driessen van onderzoeksbureau Aon gaf onlangs al aan dat hij verwachtte dat Koolmees met deze boodschap zou komen. Tegelijk lijkt de druk om vaart te maken met het nieuwe pensioenstelsel wat Driessen betreft ook wat weggenomen. De financiële positie van pensioenfondsen is de laatste maanden namelijk weer wat opgekrabbeld. Volgens Aon lijken de meeste fondsen inmiddels weer uit de gevarenzone als het gaat om de dreiging van pensioenkortingen in de komende jaren.

Minister Koolmees kwam maandag ook met een nieuwe brief over het onderzoek naar een regeling die stoppen met werken na 45 dienstjaren mogelijk moet maken. "Naar aanleiding van onze kritiek op de eerdere, per ongeluk naar de Kamer gestuurde, brief van minister Koolmees over de 45-jaren regeling ligt er nu gelukkig een nieuwe, betere brief", zegt FNV'er Noordman hierover. "Nu we weten wat de knelpunten zijn, kunnen we in gezamenlijk overleg op zoek gaan naar oplossingen."

Bron: Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Pensioenen, Loonbelasting

6

Gerelateerde artikelen