Kosten zijn uitsluitend aftrekbaar voor zover de kosten samenhangen met het verwerven van inkomen. Ook bij kosten van een echtscheidingsprocedure.
Een man is voor een Nederlands bedrijf werkzaam in Italië. In september 2005 keert hij terug naar Nederland. Bij zijn aangifte inkomstenbelasting over het belastingjaar 2005 voert hij hypotheekrenteaftrek op van zijn in Nederland gelegen woning. Ook brengt hij de kosten van een echtscheidingsprocedure in aftrek.
De inspecteur verzoekt de man meerdere malen om bewijsmiddelen van de opgevoerde aftrekposten maar krijgt geen reactie. Voor het hof betoogt de man dat hij niet tot bewijs van betalingen in staat was, omdat de stukken in het kader van zijn echtscheiding zijn verdwenen. Daarnaast is hij van mening dat de termijn van de bewaarplicht is verstreken. Het hof heeft daar geen boodschap aan. Als de inspecteur een aftrekpost weigert, dan rust op degene die zich op een aftrekpost beroept de verplichting er voor te zorgen dat hij bewijs levert voor zijn standpunten. De man slaagt niet in dat bewijs. Het gelijk is aan de inspecteur.
Belang voor de praktijk
De man stelt dat de kosten van de echtscheidingsprocedure in aftrek komen. Hij kan vervolgens niet aantonen dat hij deze kosten heeft gemaakt. Maar ook al kan hij wel nota's overleggen, dan is het maar zeer de vraag of de kosten aftrekbaar zijn.
Dergelijke kosten zijn uitsluitend aftrekbaar voor zover de kosten samenhangen met het verwerven van inkomen. Er moet dan sprake zijn van aftrekbare kosten in de zin van artikel 3.108 Wet IB 2001. Dat is bijvoorbeeld het geval voor kosten die gemaakt worden om partneralimentatie te verkrijgen. Hetzelfde geldt voor de kosten van een met goed gevolg gevoerde procedure ter verhoging van een alimentatie-uitkering. De kosten van rechtsbijstand met betrekking tot de echtscheiding zelf, de boedelscheiding en dergelijke zijn niet aftrekbaar. Het is dus van belang dat de aftrekbare kosten op de nota zijn uitgesplitst.
0