Het verhogen van het minimumloon met 10 procent kost de Nederlandse staat weliswaar 6,3 miljard euro, maar ongeveer de helft hiervan stroomt uiteindelijk weer terug de schatkist in. Dat komt omdat mensen door de verhoging meer kunnen uitgeven, waardoor btw-inkomsten stijgen, en meer belasting gaan betalen. Dat meldt het Centraal Planbureau na onderzoek naar de effecten van het verhogen van het minimumloon in het buitenland.
Wel werkt het verhogen van het minimumloon door op andere salarissen die boven de minimumloongrens uitkomen, waardoor werkgevers uiteindelijk duurder uit zijn. Hoe groter de verhoging van het minimumloon, hoe groter de effecten op de andere loonschalen. Het effect verschilt per sector.
Een verhoging van het minimumloon betekent ook een verhoging van uitkeringen zoals de AOW en de bijstand. Die zijn aan het minimumloon gekoppeld. Als die losgekoppeld worden, kost een stijging van het minimumloon de overheid 400 miljoen euro en 0,1 procent van de werkgelegenheid. Eerder dit jaar becijferde het CPB dat een verhoging van het minimumloon van 10 procent die wel gekoppeld is aan de uitkeringen op lange termijn leidt tot een verlies van 45.000 banen (0,5 procent).
In Nederland verdienen ongeveer 440.000 mensen, 5,5 procent van het aantal werkenden, het minimumloon. Zij werken met name in de horeca en detailhandel. 140.000 daarvan zijn jongeren, de rest volwassenen. Kleine deeltijdbanen en uitzend- en oproepbanen krijgen vaker dan gemiddeld een minimumloon betaald. Mensen met een migratieachtergrond verdienen vaker het minimumloon dan mensen met een Nederlandse achtergrond. Dat zijn voornamelijk arbeidsmigranten uit Polen, Roemenië en Bulgarije. In Nederland stijgt het minimumloon dit jaar met 2 procent naar 1654 euro per maand.
Bron: CPB
Informatiesoort: Nieuws