De NOB is geen voorstander van invoering van een nieuwe milieubelasting waarbij zowel de opbrengsten als de sturende en milieueffecten beperkt zijn. Dit staat in de reactie van de NOB op het wetsvoorstel Wet vliegbelasting (35 205).
De Orde mist een onderbouwing waarom de invoering van een afzonderlijke heffing voor de luchtvaartsector noodzakelijk zou zijn. Niet duidelijk wordt allereerst om welke milieu- en maatschappelijke kosten het precies gaat. Voorts zou het in deze beperkte mate beprijzen van de milieukosten van de luchtvaartsector volgens de Orde ook op andere wijzen gerealiseerd kunnen worden, bijvoorbeeld door de luchtvaartsector mee te nemen in de aangekondigde invoering van een nationale CO2-belasting. De tarieven in deze belasting zouden hierbij dusdanig kunnen worden vastgesteld dat wordt aangesloten bij de beoogde budgettaire opbrengst van 200 miljoen euro.
Met betrekking tot het plan om vrachtvliegtuigen in de heffing te betrekken vraagt de Orde zich af in hoeverre is onderzocht wat hiervan de budgettaire en milieueffecten zijn. Zullen vrachtvervoerders uitwijken naar buitenlandse luchthavens?
De Orde ondersteunt het voorstel om transferpassagiers buiten de heffing te houden, zodat het risico op dubbele belastingheffing wordt voorkomen van passagiers die zijn vertrokken uit een ander land dat (ook) een vliegbelasting heft. De Orde vraagt zich daarbij wel af of en in hoeverre is onderzocht of bepaalde luchtvaartmaatschappijen hiervan dusdanig profiteren dat mogelijk sprake is van verboden staatssteun.
Bron: NOB
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Milieuheffingen