Voor een gedupeerde ouder van de toeslagenaffaire heeft de kwijtschelding van publieke schulden of overname van private schulden door de overheid geen gevolgen voor de schenkbelasting. Dat geldt ook als de (voormalige) toeslagenpartners de compensatiebedragen onderling verdelen. Het is wat anders als familie de gedupeerde te hulp is geschoten met de overname of kwijtschelding van een schuld. Deze hulp valt in principe onder de schenkbelasting.
Dat antwoordt staatssecretaris van financiën Van Huffelen op vragen van de Kamerleden Mulder (PVV) en Grinwis (CU). Het kwijtschelden van een schuld, het afbetalen van een schuld van een ander of het schenken van een bedrag om een ander in staat te stellen een schuld af te betalen, kan een belaste schenking zijn.
Een kind kan jaarlijks tot een bepaald bedrag van zijn ouders geschonken kan krijgen zonder dat daarover schenkbelasting verschuldigd is – in 2021 is dit een bedrag van € 6.604. Schenkingen gedaan door een ander dan een ouder zijn ook vrijgesteld tot een bepaald bedrag per jaar. Voor 2021 bedraagt die vrijstelling € 3.244. Van schenkingen die onder het vrijgestelde bedrag blijven, hoeft geen aangifte te worden gedaan.
De Successiewet 1956 kent echter een vrijstelling voor de situatie dat iemand niet in staat is om zijn schulden te betalen en aan diegene een schenking wordt gedaan om die schulden te voldoen. Het moet gaan om schulden die dringend moeten worden voldaan, en alleen als degene die de schenking ontvangt een negatief eigen vermogen heeft. Kwijtschelden van een schuld door de schuldeiser valt doorgaans niet onder de vrijstelling. De toepassing van deze vrijstelling is erg situatieafhankelijk en zal daarom per geval beoordeeld moeten worden, aldus Van Huffelen in haar brief.
Lees ook het thema Vrijstellingen schenk- en erfbelasting.
Bron: Ministerie van Financiën
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Schenk- en erfbelasting, Toeslagen en zorgverzekeringswet