Gerelateerde artikelen
Laag BTW-tarief voor gebruik strandpaviljoen en strand voor sportieve activiteiten
De Hoge Raad oordeelt dat het verlaagde BTW-tarief van toepassing is op de sportieve activiteiten die X BV organiseert op een openbaar stuk strand. Voor toepassing van het verlaagde BTW-tarief maakt het niet uit dat het eigenlijke sporten geheel of gedeeltelijk plaatsvindt op een openbaar terrein.
Laag BTW-tarief voor gebruik containers en zee voor surfen
De Hoge Raad oordeelt dat het verlaagde BTW-tarief van toepassing is op het surfen op zee. Voor toepassing van het verlaagde BTW-tarief maakt het niet uit dat het eigenlijke sporten geheel of gedeeltelijk plaatsvindt op een openbaar terrein.
Laag BTW-tarief voor gebruik strandpaviljoen en strand voor blokarten en powerkiten
De Hoge Raad oordeelt dat het verlaagde BTW-tarief van toepassing is op het blokarten en powerkiten op een openbaar stuk strand. Voor toepassing van het verlaagde BTW-tarief maakt het niet uit dat het eigenlijke sporten geheel of gedeeltelijk plaatsvindt op een openbaar terrein.
Beperkingen proceskostenvergoedingen in WOZ- en BPM-zaken toelaatbaar
De Hoge Raad oordeelt dat de beperkingen in de proceskostenvergoedingen uit de per 1 januari 2024 ingevoerde Wet herwaardering proceskostenvergoeding WOZ en BPM niet in strijd zijn met het discriminatieverbod en EU-recht. De beperkingen van de proceskostenvergoeding gelden volgens de Hoge Raad echter niet voor gevallen waarin de rechtsbijstand kennelijk niet de kenmerken heeft van ‘no cure, no pay’.
DAC7: online platformen versturen activiteitenoverzicht aan verkopers
Deze maand versturen platformen een overzicht aan verkopers die in 2024 actief waren op hun platform. Het gaat om een activiteitenoverzicht als gevolg van de DAC7-verplichting aan de Belastingdienst. Het gaat om verkopers die in 2024 (tweedehands) spullen verkochten, transportmiddelen of onroerend goed verhuurden, of persoonlijke diensten leverden op online platformen.
Uitbetaalde bedragen aan derden aanleveren vóór 1 februari 2025
Opdrachtgevers die in 2024 bedragen hebben betaald aan mensen die niet als ondernemer werken maar ook niet in (fictieve) dienstbetrekking zijn, moeten deze zogenoemde uitbetaalde bedragen aan derden (UBD) vóór 1 februari 2025 aanleveren aan de Belastingdienst.