Fiscalisten verschillen van mening over de uitleg van het voorstel van de Europese Commissie om de moederdochterrichtlijn aan te passen met het oog op hybride leningen. Volgens Eric Kemmeren, hoogleraar internationaal belastingrecht aan Tilburg University, leidt het voorstel wel degelijk tot de verplichting om belasting te heffen op winstuitdelingen, als die betalingen in het bronland aftrekbaar zijn.
Het voorstel heeft tot doel het voorkomen van zogenoemde dubbele niet-heffing op winstuitdelingen van dochter- naar moedermaatschappij. In de impactanalyse die de Commissie bij de bekendmaking van het voorstel vrijgaf, wordt beschreven wat in de beleidsvoorbereiding als de beste optie werd beschouwd: het onthouden van de vrijstellingen uit de moederdochterrichtlijn aan winstuitdelingen die aftrekbaar zijn in de lidstaat waar de dochter gevestigd is, het bronland. Dit is ook de optie die door een meerderheid van de Europese lidstaten wordt ondersteund.

Gekker

Betekent dit dat bij aanname van de nieuwe richtlijn (unanimiteit is vereist) lidstaten verplicht worden te heffen? Bartjan Zoetmulder, voorzitter van de commissie internationale fiscale zaken van de NOB en tax partner bij Loyens&Loeff, vindt van niet, zo zei hij vorige week tegen TaxLive. Zoetmulder wijst op het concrete tekstvoorstel voor aanpassing van de richtlijn en dat rept van het "onthouden van het belasten van deze winst, voorzover die winst niet aftrekbaar is bij de dochtermaatschappij". "Daar staat dus niet", aldus Zoetmulder, "dat de lidstaat van de moedermaatschappij móet belasten als de winst aftrekbaar is bij de dochtermaatschappij".
 
Het tweede deel van het EC-voorstel, betrekking hebbend op de anti-misbruikbepaling, is overigens volgens Zoetmulder wél dwingend opgeschreven. "Maar het gevolg is dat de situatie alleen maar gekker wordt. Landen die nu helemaal geen dividendbelasting heffen, hebben dan niets met de aanpassing van de richtlijn te maken. Als dit erdoor komt kan Nederland ook maar beter meteen de dividendbelasting afschaffen, want anders zitten alle holdings straks in het Verenigd Koninkrijk."

Doel en strekking

De Tilburgse hoogleraar Eric Kemmeren is een andere mening toegedaan. "Het onthouden van de vrijstellingen wil dienovereenkomstig zeggen dat het land van de ontvangende vennootschap de winstuitdeling zal moeten belasten", zo stelt hij. Dat volgt ook uit de tekst van artikel 4 in zijn geheel, zoals die na de wijziging luidt. Afgezien daarvan is de tekst volgens Kemmeren niet het enige criterium. "Kijkt een rechter hiernaar, dan neemt hij ook doel en strekking van de regels in overweging en wat dat betreft laten alle andere teksten over dit voorstel weinig ruimte voor misverstanden." In de persberichten, de Q&A en met name in het Commission Staff Working Document (SWD(2013)474) bij het voorstel wordt namelijk voortdurend - soms in oorlogszuchtige termen - gewezen op het doel dubbele niet-heffing van winsten te voorkomen.

Luxemburg

Overigens bestaat er gegronde twijfel of de nieuwe richtlijn door alle lidstaten zal worden goedgekeurd. Uit het Working Document blijkt dat in ieder geval één land - hoogstwaarschijnlijk Luxemburg - zich heeft uitgesproken tegen de gekozen optie. Een viertal landen zeiden aanpassing niet nodig te vinden, maar wijzigingen wel te accepteren, terwijl er ook nog één land was dat geen voorkeur wilde uitspreken.
 
Vragen van TaxLive aan het ministerie van Financiën over het Nederlandse standpunt blijven onbeantwoord. Vorige week zei een woordvoerster van staatssecretaris Weekers in de Volkskrant dat hij "positief stond tegenover de voorstellen", maar dat hij wilde waarschuwen voor 'overkill'. "Bedrijven moeten wel duidelijkheid krijgen. Nederlandse maatregelen moeten niet gaan overlappen met die van de Europese Unie", aldus de woordvoerster, zonder verdere verduidelijking.

Lachende derde

Helmar Klink, partner International Tax Services bij EY, is van mening dat Nederland het voorstel nog niet moet ondersteunen. "Het heeft ook alleen maar betrekking op lidstaten van de Europese Unie. Zwitserland profiteert echter ook van de richtlijn en zal de lachende derde zijn. Nederland, dat altijd gehamerd heeft op een level playing field, zou moeten eisen dat Zwitserland eenzelfde wetswijziging doorvoert", aldus Klink. Zoetmulder verwacht wel dat Nederland het voorstel op het punt van de hybride leningen zal steunen, ook al wijst hij erop dat daarmee een andere weg bewandeld wordt dan door de OECD is gekozen. "De Europese Commissie wil dat het vestigingsland van de ontvangende vennootschap het beleid van het bronland volgt. De OECD werkt aan voorstellen waarbij het bronland het fiscale beleid van het ontvangende land moet volgen. Volgens ons is dat ook veel logischer." Wat betreft de anti-misbruikbepaling kan hij zich slecht voorstellen dat Weekers daarin meegaat. "Door de onduidelijke formulering kan het beoogde level playing filed onmogelijk bereikt worden."
 

Bron: Redactie TaxLive

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Europees belastingrecht, Vennootschapsbelasting

8

Gerelateerde artikelen