Beleidsarm
Peter Kavelaars, hoogleraar Fiscale Economie aan de Erasmus Universiteit en tax partner bij Deloitte spreekt van beleidsarme plannen. "Een Belastingplan hoort een beleidsvisie te tonen en dat mis ik - op de verlaging van de belastingdruk op arbeid na - nagenoeg helemaal. Geen belastingherziening deze kabinetsperiode is een buitengewoon teleurstellende insteek." Dat gezegd hebbende is Kavelaars wel positief over de voorgenomen belastingdrukverlaging op arbeid. "De inzet van € 5 miljard om de belastingdruk te verlagen aan zowel de kant van de werknemer als aan werkgeverskant is van groot belang voor het bevorderen van werkgelegenheid en economische groei. De richting is goed maar misschien niet het meest effectief. Zet de 35.000 extra arbeidsplaatsen af tegen de inzet van € 5 miljard dan is het toch een kostbare investering van ruim € 140.000 om meer mensen aan het werk te krijgen."
Fiscaal inhoudelijk mager
Arjo van Eijsden, partner bij EY Belastingadviseurs LLP, noemt de Belastingplannen voor 2016 fiscaal inhoudelijk ‘mager'. "Die magerheid wijkt overigens niet af van voorgaande jaren. Daar staat tegenover dat een lastenverlichting op arbeid van € 5 miljard niet echt ‘mager' valt te noemen."
Losse maatregelen
"Een totaliteit aan losse maatregelen", zo luidt de eerste indruk van Edwin Heithuis (hoogleraar fiscale economie en fiscaal recht aan de UvA respectievelijk OU en verbonden aan BDO), "maar dat zijn we inmiddels gewend van de eerdere Belastingplannen." "Ik heb er moeite mee dat het kabinet € 5 miljard verjubelt met allerlei ‘kleine' maatregelen, terwijl wereldwijd teveel signalen op rood staan. Denk aan de enorme toestroom van vluchtelingen die ons nog miljarden gaat kosten, een Chinese economie die hapert, een dreigende verhoging van de rente in de VS, een historisch lage olieprijs en een lage eurokoers. Er hoeft maar iets mis te gaan en de economie stagneert en Nederland zit weer in de EU-gevarenzone van 3% begrotingstekort. Om opnieuw bezuinigingen te voorkomen bij de eerste de beste tegenwind, is een buffer dringend nodig."
De politieke keuze van het kabinet om zoveel mogelijk mensen aan het werk te krijgen is een keuze die Heithuis onderschrijft. Het is de mix aan maatregelen die hiervoor wordt ingezet waar de hoogleraar moeite mee heeft. "Op termijn moet deze mix 35.000 extra banen opleveren en dat is een schijntje ten opzichte van de meer dan 600 duizend werklozen die Nederland op dit moment telt. Dat schiet niet op. Dan had het kabinet die € 5 miljard wat mij betreft beter kunnen inzetten voor het terugdringen van het begrotingstekort."
Meest verrassende maatregel
Kavelaars: "Ik had niet ingeschat dat de implementatie van de country-by-country reporting zou worden meegenomen in de Belastingplannen. Meest curieuze in het geheel vind ik echter de hervorming van box 3 en de keuze om dit niet te doen via het tariefsysteem, maar via het rendementssysteem. Nu het tegenwoordig steeds makkelijker wordt voor de Belastingdienst om de werkelijk behaalde rendementen te achterhalen, is het mij een raadsel waarom men hier nog voor kiest. Bovendien staat zeker niet vast dat bij een toenemend vermogen ook een hoger rendement wordt gehaald. "
Van Eijsden: "Met stip op 1 een experimenteerbepaling in de Invorderingswet. Erg onduidelijk wat men hiermee precies bedoelt. Het komt erop neer dat aan de ontvanger de mogelijkheid wordt geboden om op experimentele wijze een belastingschuld te innen en men lijkt te overwegen om nog in te voeren wetgeving - in de memorie van toelichting ‘experimenten' genoemd - bij wijze van pilot te gaan toetsen door middel van de experimenteerbepalingen in de AWR (het reeds bestaande artikel 64) en de Invorderingswet. Men lijkt dus te gaan experimenteren met wetgeving. Dat klinkt nogal exotisch."
Heithuis: "Wat ik totaal niet had verwacht is de afschaffing van de tienjaarstermijn voor de conserverende aanslag die wordt opgelegd bij emigratie aan de aanmerkelijkbelanghouder. Voortaan hangt hem dus een eeuwigdurende belastingclaim boven het hoofd."
Maatregel die niet door de beugel kan
Kavelaars: "Bij deze vraag kom ik weer uit op de hervorming van box 3. Het argument dat het belasten van het werkelijk behaalde rendement op vermogen technisch te lastig is, is onzinnig. Uitgangspunt voor box 3 zou moeten zijn het reëel belasten van vermogensinkomsten en vermogenswinsten. Wil het kabinet koste wat kost toch de progressie erin houden, dan niet via gestaffelde forfaitaire rendementen maar via tariefprogressie. Verder is de verhoging van de schenkingsvrijstelling eigen woning een verkeerde aanwending van geld, nu de huizenmarkt weer in de lift zit en de eerdere tijdelijke verruiming van de vrijstelling nog maar net is afgeschaft."
Van Eijsden: "Aanpassing van de deelnemingsvrijstelling bij hybride leningen. De implementatie van de specifieke antimisbruikbepaling in de Moeder-dochterrichtlijn is verplicht, maar wat het kabinet voorstelt gaat verder dan waartoe het Europese recht dwingt en dat leidt in sommige gevallen tot dubbele belasting. Oorzaak is de manier waarop de regeling is opgesteld. Men kijkt naar de algemene aard van de rentebetaling en niet of er in het andere EU-land specifieke renteaftrekbeperkingsregels gelden. Is de rente in het andere land niet aftrekbaar door een specifieke renteaftrekbeperking, dan is de rentebetaling wel in Nederland belast. Dat zorgt voor dubbele belastingheffing terwijl de Moeder-dochterrichtlijn er juist is om dit te voorkomen."
Heithuis: "Het gaat mij om een maatregel die ik mis en die niet had mogen ontbreken: een beschermingsmaatregel in box 2 om te voorkomen dat als gevolg van de voorgestelde hervorming van box 3 (waarbij hoger vermogen zwaarder wordt belast), het vermogen wordt ingebracht in de bv. In box 2 wordt dit vermogen belast naar het daadwerkelijk behaalde rendement, pas bij realisatie. Het verbaast mij uitermate dat het kabinet box 3 aanpast zonder een stokje te steken voor deze ontsnapping naar box 2."
Meest effectieve maatregel
Kavelaars: "Kijkend naar de stimulering van de werkgelegenheid is dat de voorgestelde loonkostensubsidie voor werkgevers die zich met name richt op lage lonen. De introductie van het zogenoemde lage-inkomensvoordeel doet recht aan de redenering dat meer werkgelegenheid het best kan worden gestimuleerd vanuit de lage lonen. Ook het kunnen stellen van prejudiciële vragen aan de Hoge Raad bij theoretische onzekerheid is een effectief systeem om in een vroeger stadium helderheid te krijgen over principiële fiscale geschillen. Een snellere rechtszekerheid is een groot goed voor belastingplichtigen."
Van Eijsden: "De prejudiciële vragen die lagere rechters kunnen gaan stellen aan de Hoge Raad. Ik heb mij persoonlijk hard gemaakt voor het invoeren van een fiscale prejudiciële procedure. De verkorting van fiscale procedures en daarmee het bevorderen van de toegang tot de rechter is een belangrijk element van onze rechtsstaat. Het is verheugend te constateren dat het kabinet geluisterd heeft naar de voorstellen die hiertoe zijn gedaan."
Heithuis: "Wat effectief zal zijn is de transformatie van de RDA in de S&O-afdrachtvermindering, waarbij de huidige afdrachtvermindering blijft bestaan, aangevuld met hetgeen nu onder de RDA valt. Loonkostensubsidies zijn immers altijd erg effectief."
Gemiste kans
Kavelaars: "Wat er niet inzit en waar ook niets over is opgemerkt, is een aanpassing van het fiscale-eenheidsregime in de vennootschapsbelasting. Ik snap dat het technisch gecompliceerd is, maar de praktijk blijft te lang in onzekerheid. Dat de autobrief II niet is opgenomen in de Belastingplannen, heeft mij ook verbaasd. Verder blijft het zorgelijk dat men definitief afscheid heeft genomen van een belastingherziening in deze kabinetsperiode. Het is onbegrijpelijk dat men - met twee rapporten door twee door de regering ingestelde commissies (commissie Van Dijkhuizen en commissie Van Weeghel) - het niet voor elkaar krijgt om een paar hervormingsstappen te zetten. Tot slot mis ik de in juni door het kabinet geïntroduceerde optie van een verschuiving van de belastingdruk van centrale overheid naar lagere overheden. Ik ben hier geen voorstander van, maar het is toch opvallend dat hierover niets is terug te vinden."
Van Eijsden: "Wat iedereen had verwacht, maar wat nog niet is gekomen: aanpassing van het fiscale-eenheidsregime. Overigens is het niet onbegrijpelijk als Financiën dit heeft uitgesteld gezien het recente Groupe Steria-arrest, dat opnieuw aanleiding geeft tot mogelijke aanpassingen in het fiscale eenheidsregime. Ongetwijfeld is men het aan het nadenken of het hele regime niet op de schop en aangepast moet worden. Ook voorstellen uit de autobrief II ontbreken in het Belastingplan 2016, maar een wetsvoorstel daartoe is aangekondigd voor een later moment in het najaar van 2015. Een laatste vermeldenswaardig punt is de samenvoeging van de innovatiefaciliteiten S&O en RDA. Daarbij vervallen ook enkele categorieën voor S&O-werk. Het doen van analyse naar de technische haalbaarheid van speur- en ontwikkelingswerk gaat eruit. Datzelfde geldt voor het uitvoeren van technisch onderzoek naar wijzigingen van de productiemethode (bij productieprocessen) of naar een aanpassing van de processen (bij programmatuur). In een tijd waarin innovatie toch een van de speerpunten is, vind ik het schrappen van deze categorieën een gemiste kans."
Heithuis: "De niet gekomen belastinghervorming is een gemiste kans. Dat de aanpassing van het fiscale-eenheidsregime niet is opgenomen in het Belastingplan is een verstandige keuze, gezien de uitkomst van het recente Groupe Steria-arrest. Financiën kan nu een compleet wetsvoorstel indienen voor herziening van het fiscale-eenheidsregime, rekening houdend met alle Europese jurisprudentiële ontwikkelingen. Maar dit moet nu niet weer lang blijven liggen en dat gevaar dreigt dan wel weer! Verder staat er niets in het Belastingplan over het eigenbeheerpensioen van de dga. Dat verbaast mij, want daar liggen serieuze problemen. Er zijn wel een hoop ideeën en plannen, maar concreet wordt het niet. Ook in de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet moet dringend orde op zaken worden gesteld. Met het bijna volledig belasten van puur privévermogen en het voor een belangrijk deel vrijstellen van ondernemingsvermogen, is de balans in deze regeling ver te zoeken. En dan tot slot de eigen woning. Nu de hypotheekrente historisch laag staat, is de tijd rijp om die uit box 1 over te hevelen naar box 3. Daarmee zijn we af van een wanstaltig ingewikkelde regeling die vrijwel niemand begrijpt. En dit zou de wetgeving aanzienlijk vereenvoudigen, een van de mantra's van de huidige staatssecretaris."
Bron: Redacteur Marit Muller
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting, Loonbelasting, Invordering, Vennootschapsbelasting
Dossiers: Prinsjesdag 2015