Eerder deze maand is het wetsvoorstel `Scheiden zonder rechter' gepubliceerd, waarvoor de internetconsultatie nog tot 9 februari 2014 loopt. Het wetsvoorstel houdt in dat paren zonder minderjarige kinderen vanaf 2015 voortaan kunnen scheiden bij de ambtenaar van de burgerlijke stand. Het blijft voor deze paren mogelijk om te scheiden bij de rechter. Paren mét minderjarige kinderen zijn voor hun scheiding tot de rechter `veroordeeld'.
Staatssecreatris Fred Teeven (Justitie) geeft met dit wetsvoorstel uitvoering aan een afspraak uit het regeerakkoord. Wat de scheiding bij de ambtenaar van de burgerlijke stand kost is nog niet bekend, zodat nog niet geoordeeld kan worden of het in prijs concurrerend is. Een belangrijker vraag is echter of het in kwaliteit concurrerend is.
 
Tussen april 2001 en maart 2009 hadden we in Nederland de `flitsscheiding'. Getrouwde partners konden in die periode hun huwelijk omzetten naar een geregistreerd partnerschap. Vervolgens lieten zij bij de notaris of advocaat hun afspraken in een soort mini-echtscheidingsconvenant vastleggen. Met dit stuk in de hand konden zij naar de ambtenaar van de burgerlijke stand. In theorie zouden stellen in één dag kunnen scheiden; in de praktijk bleek er wat meer tijd voor nodig te zijn.
 
In Europese landen als Portugal, Noorwegen, Denemarken en IJsland is het al langer mogelijk om te scheiden zonder de rechter en daar maakt het niet uit of het paar minderjarige kinderen heeft of niet. Koppels die willen scheiden moeten wel eerst afspraken maken over hun scheiding; alleen in Noorwegen hoeft dat niet. In het wetsvoorstel van Teeven kunnen koppels direct na het gezamenlijke `scheidingsbesluit' naar de ambtenaar van de burgerlijke stand. De eis die wel bij de flitsscheiding gold, namelijk dat de partners eerst hun scheidingsafspraken bij de notaris of advocaat laten vastleggen, is in het wetsvoorstel achterwege gelaten. Een van zijn argumenten daarvoor is dat als de partners via de rechter scheiden ze ook geen echtscheidingsconvenant hoeven te hebben. Met dat argument gaat Teeven voorbij aan het feit dat koppels die via de rechter scheiden altijd langs een advocaat moeten en dus een rechtshulpverlener hebben die hun kan vertellen hoe belangrijk het is dat zij partneralimentatie, pensioenen en/of de verdeling van hun bezittingen en schulden regelen.
 
Het wetsvoorstel voor vereenvoudiging van de echtscheidingsprocedure is een goede stap. Er is echter wel het gevaar dat er narigheid ontstaat als scheidende paren bijvoorbeeld niet worden gewezen op het belang van afspraken over onder meer de verdeling van de gemeenschappelijke bezittingen en schulden. Het achterwege blijven hiervan leidt tot problemen bij hertrouwen en overlijden. Als de overledene bijvoorbeeld nog met een ex uit het verleden eigenaar is van zijn huis dan moet voordat erfgenamen het huis kunnen verkopen die ex worden opgespoord. Dat kost tijd en brengt extra kosten met zich mee. Die problemen komen we nu al tegen in de notariële praktijk; bij de rechter is het niet verplicht scheidingsafspraken te maken. De advocaat heeft hier een `poortwachtersfunctie' die straks mogelijk verdwijnt als paren ervoor kiezen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand te scheiden.
 
Betoogd kan worden dat koppels die scheiden verplicht juridische bijstand moeten inschakelen. Maar als je dat zou willen moet je bij het begin beginnen. Trouwen in gemeenschap van goederen kan schade aanrichten. Steeds meer mensen hebben bijvoorbeeld schulden, en door te trouwen in gemeenschap van goederen slepen zij hun partner daarin mee. Het onlangs door D66, VVD en PvdA gepresenteerde wetsvoorstel beperkt wel de gemeenschap van goederen maar regelt niets voor die schulden.
 
In een geïndividualiseerde samenleving wordt uitgegaan van de autonomie van de burger die de verantwoordelijkheid voor eigen gedrag en keuzes draagt. Voor paren moet dan wel duidelijk zijn wat de juridische gevolgen van trouwen en scheiden zijn. Het past de overheid maar ook het notariaat en andere rechtshulpverleners zich de bewustwording van die gevolgen bij paren te bevorderen. Als zij deze rol adequaat op zich nemen zal verplichte juridische bijstand bij het aangaan van het huwelijk en scheiding niet per se nodig zijn.
 
Dit artikel van Lucienne van der Geld, juridisch directeur Netwerk Notarissen en docent aan de Radboud Universiteit Nijmegen verscheen in het Financieel Dagblad van 4 januari 2014. 
 

Bron: Radboud Universiteit

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Civiel recht algemeen

2

Gerelateerde artikelen