De Hoge Raad heeft op 5 juni 2015 aan het Europees Hof van Justitie gevraagd om verduidelijking van de Europese Dienstenrichtlijn. De reden hiervoor is een procedure van de gemeente Amersfoort over leges voor een instemmingsprocedure voor de aanleg van een glasvezelnetwerk.

De Hoge Raad vraagt zich af of de Dienstenrichtlijn op de leges van toepassing is en als dit het geval is, hoe de Dienstenrichtlijn dan moet worden uitgelegd.

De zaak gaat als volgt. De gemeente Amersfoort heeft een overeenkomst gesloten met een onderneming voor het aanleggen van een glasvezelnetwerk in de gemeente. Voor de specifieke uitvoeringswerkzaamheden is de onderneming op grond van de Telecommunicatiewet verplicht de gemeente te verzoeken hiermee in te stemmen. Voor het in behandeling nemen van dergelijke aanvragen heft de gemeente leges.

Zijn leges belastingen?

De Hoge Raad wil in de eerste plaats weten of de Dienstenrichtlijn überhaupt van toepassing is op het heffen van leges. In dat kader vraagt de Hoge Raad zich af of de leges belastingen in de zin van de Dienstenrichtlijn zijn. Volgens artikel 2 lid 3 van de Dienstenrichtlijn is deze richtlijn namelijk niet van toepassing op het gebied van belastingen. In dit verband is voor decentrale overheden de discussie over het verbod op kruissubsidiëring en juiste kostendoorberekening als bedoeld in artikel 13 van de Dienstenrichtlijn ook van belang.

Interne situatie?

Vervolgens stelt de Hoge Raad de vraag of de Dienstenrichtlijn van toepassing is op een zuiver interne situatie. In dit geval is er sprake van een zuiver interne situatie: het gaat namelijk om een in Nederland gevestigde ondernemer, die een Nederlandse gemeente verzoekt in te stemmen met graafwerkzaamheden voor de aanleg van een glasvezelnetwerk.

Voorschriften van ruimtelijke ordening?

Verder wil de Hoge Raad weten of het instemmingsvereiste kan worden aangemerkt als een voorschrift van ruimtelijke ordening waarop de Dienstenrichtlijn mogelijk niet van toepassing is. Een instemmingsbesluit kan namelijk alleen worden vereist met oog op het publieke belang van de gemeente, zoals openbare orde en waarborgen van de veiligheid. Daarbij kunt u denken aan doorstroming van verkeer, openhouden van verkeerswegen voor hulpdiensten, beperken van overlast etc. De Hoge Raad concludeert dat het instemmingsrecht voor de graafwerkzaamheden hiermee lijkt te behoren tot de voorschriften van ruimtelijke ordening die zijn genoemd in overweging 9 van de preambule van de Dienstenrichtlijn.

Is instemming vergunning?

Tot slot stelt de Hoge Raad de vraag of het instemmingsvereiste kan worden gekwalificeerd als een vergunningsstelsel zoals omschreven in artikel 4, aanhef en onder 6, van de Dienstenrichtlijn en waaraan de Dienstenrichtlijn specifieke voorwaarden stelt.

Prejudiciële vragen

Rechters uit alle EU-lidstaten kunnen het Hof vragen uitspraak te doen over de uitleg van het Europees recht en over de geldigheid en de uitleg van de handelingen van de Europese instellingen. Dit doen zij door middel van prejudiciële vragen. Een belangrijke voorwaarde voor het stellen van prejudiciële vragen is dat de nationale rechter het antwoord nodig heeft om tot een vonnis te komen. De behandeling van de zaken bij de Hoge Raad wordt geschorst in afwachting van de antwoorden van het Hof in Luxemburg. Dit duurt naar verwachting ongeveer een tot anderhalf jaar. Daarna zal de Hoge Raad de behandeling voortzetten en uiteindelijk definitieve uitspraken doen in deze zaken.

Bron: Europa Decentraal

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Europees belastingrecht, Belastingen van lagere overheden

3

Gerelateerde artikelen