Onlangs heeft Meijburg & Co voor een cliënt in de gezondheidszorg een belangrijk geschil in de WOZ/OZB gewonnen dat voorlag bij het gerechtshof in Amsterdam.
Het hof heeft in de uitspraak bepaald dat een aantal landelijk vastgelegde waarderingsmethodieken terecht door Meijburg zijn bestreden. Zo is geoordeeld dat de verhoging van de bouwkosten die de gemeenten hebben doorgevoerd op basis van de stijging van de loon- en materiaalkosten strijdig is met de uitgangspunten van de Wet WOZ. Ook maakt het hof korte metten met de wijze waarop gemeenten bouwdelen in levensduur verlengen nadat de oorspronkelijk ingeschatte levensduur is verlopen. Daarnaast worden vraagtekens geplaatst bij de hoogte van de restwaarden die de gemeenten toekennen aan – met name – de installaties in een gebouw.
Het oordeel van Gerechtshof Amsterdam maakt dat de waarde van alle incourante objecten (zoals ziekenhuizen, onderwijsgebouwen en industriële objecten) ter discussie staat, omdat de uitgangspunten die landelijk worden gehanteerd onjuist zijn. De gemeente heeft overigens cassatie ingesteld bij de Hoge Raad. Gelet op het tijdstip waarop de uitspraak is gewezen hebben de gemeenten met betrekking tot de WOZ-aanslagen voor belastingjaar 2016 niet tijdig kunnen inspelen op de gevolgen van deze uitspraak.
Bron: KPMG Meijburg
2