Op 31 januari 2018 heeft de regering het voorgenomen uitvoeringsbesluit Wwft 2018 (hierna: het conceptbesluit) gepubliceerd. Hierin zijn nadere regels gesteld voor de vaststelling van het begrip ‘uiteindelijke belanghebbenden (‘UBO's) van juridische entiteiten in Nederland. Deze UBO's zullen door bepaalde instellingen in het kader van hun dienstverlening moeten worden geïdentificeerd. De nadere regels in het conceptbesluit omtrent het UBO-begrip zijn tevens van belang voor de reikwijdte van het UBO-register. Naar alle waarschijnlijkheid zullen deze regels namelijk ook gelden voor het UBO-begrip in het wetsvoorstel waarbij het UBO-register zal worden ingevoerd. Dit wetsvoorstel wordt vermoedelijk de komende maanden ingediend.
Meijburg is in eerdere berichten al op de gevolgen van het UBO-register ingegaan, maar een definitie van de UBO toegespitst op de juridische entiteiten was er destijds nog niet. Aan de hand van het conceptbesluit kan Meijburg een goede inschatting maken van de categorieën personen die voor het UBO-register als UBO zullen worden aangemerkt. De begrippen die worden omschreven in het conceptbesluit zullen zeer waarschijnlijk inhoudelijk grotendeels overeenkomen met de definitie van de UBO zoals deze voor het UBO-register zal gelden.
Vierde en Vijfde Europese anti-witwasrichtlijn
De publicatie van het conceptbesluit moet worden geplaatst in het kader van een andere belangrijke ontwikkeling die de laatste maanden op Europees niveau heeft plaatsgevonden. In de Vierde anti-witwasrichtlijn hadden de EU-lidstaten reeds afgesproken om het UBO-register, met daarin de gegevens van uiteindelijke belanghebbenden bij bepaalde juridische entiteiten/verschijningsvormen, in te voeren. In december 2017 is er voorlopige overeenstemming bereikt tussen het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie over een verdere aanscherping van de Vierde anti-witwasrichtlijn.
Uit de voorlopige overeenstemming blijkt onder andere dat het ‘meer dan 25%-belang'-criterium niet zal worden verlaagd. Daarnaast is afgesproken dat UBO's van vennootschappen en trusts die feitelijk gevestigd zijn in een EU-lidstaat, ook in het UBO-register moeten worden opgenomen. Ten slotte is overeengekomen dat de Europese UBO-registers openbaar toegankelijk moeten zijn. Dit laatste zal naar verwachting niet gelden voor de UBO-registers voor trusts. Daarvoor zullen alleen personen die een legitiem belang kunnen aantonen toegang krijgen tot de UBO-informatie.
Zodra deze wijzigingen definitief zijn, zullen zij worden opgenomen in een Vijfde Europese anti-witwasrichtlijn.
UBO-definitie toegespitst op de verschillende juridische entiteiten
Kapitaalvennootschappen
In het conceptbesluit wordt voor de verschillende entiteiten beschreven welke categorieën van natuurlijke personen worden aangemerkt als UBO. Het gaat hier niet om een limitatieve opsomming. Wel blijkt dat in ieder geval als UBO voor de Wwft worden aangemerkt natuurlijke personen die direct of indirect meer dan 25% van de aandelen, de stemrechten of het eigendomsbelang houden in een niet-beursgenoteerde vennootschap of die via andere middelen uiteindelijk eigenaar zijn of zeggenschap hebben over de vennootschap. Daarmee is duidelijk dat certificaathouders die meer dan 25% van het eigendomsbelang in een vennootschap houden als UBO daarvan kunnen gelden.
Tevens is bepaald dat als niemand kan worden aangewezen als UBO of als er enige twijfel bestaat of een persoon de uiteindelijk eigenaar is of zeggenschap heeft, het hoger leidinggevend personeel van de vennootschap wordt aangemerkt als UBO. Het conceptbesluit bevat geen uitleg over de reikwijdte van het begrip ‘hoger leidinggevend personeel'. Deze optie is, aldus de toelichting, een terugvaloptie die door de Wwft-instelling alleen mag worden gebruikt als alle overige middelen om een UBO vast te stellen vruchteloos zijn gebleken.
Personenvennootschappen
Voor de personenvennootschap (vof, maatschap, cv) geldt dat als UBO voor de Wwft kwalificeert een natuurlijke persoon die direct of indirect recht heeft op een aandeel in de winst of in het aandeel van de gemeenschap bij ontbinding van de personenvennootschap van meer dan 25%. Tevens zal een natuurlijke persoon als UBO kwalificeren indien hij meer dan 25% van de stemmen kan uitoefenen voor besluiten tot wijziging van de personenvennootschap of ter zake van de uitvoering van de overeenkomst van vennootschap anders dan voor daden van beheer van de personenvennootschap. Ook hier geldt de terugvaloptie voor het hoger leidinggevend personeel van de personenvennootschap indien er overigens geen UBO vast te stellen is.
Stichting
In het geval van een stichting worden de oprichter(s), bestuurder(s), de begunstigde(n) en elke natuurlijke persoon die via andere middelen uiteindelijke zeggenschap over de stichting uitoefent, aangemerkt als UBO. Voor zover deze afzonderlijke UBO's van de stichting niet kunnen worden bepaald, wordt de groep van personen in wier belang de stichting hoofdzakelijk is opgericht of werkzaam is als UBO aangemerkt. Onduidelijk is hoe de regelgeving uitwerkt indien sprake is van een zogenoemde Stichting Administratiekantoor. Het conceptbesluit geeft geen antwoord op de vraag of bijvoorbeeld certificaathouders met een belang van minder dan 25% van een vennootschap waarvan de stichting aandelen houdt, als UBO kwalificeren. Uiteindelijk zal dit van geval tot geval moeten worden beoordeeld. Het is zeer twijfelachtig of een certificaathouder in een klassieke situatie, waarbij een Stichting Administratiekantoor aandelen houdt ten titel van beheer voor de certificaathouders, wel als ‘begunstigde' van de stichting moet worden aangemerkt. Deze certificaathouders ontvangen immers geen uitkeringen uit het (doel)vermogen van de stichting, maar een uitkering op de aandelen in de onderliggende vennootschap.
Trust
Nederland is formeel-juridisch niet bekend met de rechtsfiguur ‘trust'. Wel is het denkbaar dat (Angelsaksische) trusts feitelijk in Nederland worden beheerd of feitelijk in Nederland zijn gevestigd. Voor die trusts geldt dat de oprichter(s), trustee(s), de eventuele protector, de begunstigde(n) (of personen in een vergelijkbare positie) kwalificeren als UBO voor de Wwft. Als deze afzonderlijke personen van de trust niet kunnen worden bepaald, wordt de groep van personen in wier belang de trust hoofdzakelijk is opgericht of werkzaam is, als UBO aangemerkt.
UBO-register
Voor instellingen als bedoeld in de Wwft komt er meer duidelijkheid omtrent de te identificeren UBO. En voor het toekomstige UBO-register wordt steeds inzichtelijker wie als UBO zal worden aangemerkt. Ook zal naar alle waarschijnlijkheid een deel van de inhoud van het UBO-register openbaar zijn.
Bron: KPMG Meijburg
1