Het onderzoek van het ministerie van Financiën naar de mogelijkheden om belastingadviseurs een meldingsplicht op te leggen voor bepaalde fiscale constructies, heeft nooit tot een concreet voorstel geleid. Na een bespreking in het Becon-overleg van juni 2011 werd het idee - blijkbaar definitief - terzijde geschoven. Vorige week schreef minister Dijsselbloem in antwoord op Kamervragen van de SP dat hij een dergelijk meldpunt als overbodig beschouwt.

De SP had in november 2010 om een onderzoek naar de haalbaarheid van een meldpunt gevraagd. Staatssecretaris Weekers zegde toen 'nader onderzoek' toe, 'uiteraard in nauw overleg met de zogenoemde Becon-organisaties'. In het Becon-overleg van juni kwam het onderwerp inderdaad op de agenda te staan. Volgens Jan Zweekhorst, namens de SRA deelnemend aan het Becon-overleg, was dat niet de enige keer. "Het is diverse malen aan de orde geweest, waarbij de beroepsorganisaties telkens hun bezwaren kenbaar maakten. Maar we zeiden ook telkens: werk het maar eens uit tot een concreet voorstel. Zo'n uitwerking hebben we echter nooit gezien."

Overlap

Dat zal ongetwijfeld verband houden met de aard en het aantal van de bezwaren, denkt Zweekhorst. Die bezwaren betreffen enerzijds de status van de melding en de positie van de melder. "Zijn de meldingen anoniem of staat binnen een uur de FIOD voor de deur? En als er sprake is van anonimiteit, hoe is die dan gewaarborgd?" Anderzijds kwamen in de discussie over een mogelijke meldingsplicht allerei inhoudelijke bezwaren aan de orde. In het verslag van het Becon-overleg van juni 2011 staan er negen opgesomd, zoals definitieproblemen, de overlap met bestaande informatiestromen tussen praktijk en Belastingdienst en mogelijke conflicten met andere plichten van de belastingadviseur, zoals de geheimhoudingsplicht.

Nieuwe inzichten

In de halfjaarsrapportage van de Belastingdienst van november 2011 wordt melding gemaakt van het resultaat van dit overleg en van het feit dat daarop 'nader zal worden teruggekomen'. Dat gebeurt echter niet, totdat de SP in november 2012 aan Weekers vraagt wat de status is van het toegezegde onderzoek. Februari 2013 antwoord minister Dijsselbloem (namens Weekers) op die vraag dat hij "wat betreft de mogelijkheid van het instellen van een meldpunt constructies niet tot nieuwe inzichten" is gekomen.

Veel grijs

Als daarmee de kans op een meldpunt definitief is verkeken is, zou dat een goede zaak zijn, vindt Rudolf de Vries, hoogleraar Belastingrecht aan de Universiteit Leiden en partner bij Ernst&Young. "Een dergelijk meldpunt zou schade creëren", zegt hij. "Het impliceert naming en shaming en dat zou de communicatie tussen bedrijven, adviseurs en Belastingdienst eerder kwaad doen dan goed. Want die communicatie is nu alleszins redelijk. In de convenanten voor horizontaal toezicht wordt bijvoorbeeld al afgesproken dat alles gemeld wordt waar mogelijk verschil van mening over kan zijn. Dat gaat al behoorlijk ver, vind ik. Fiscaliteit is immers heel veel grijs..."

Dominee

Voorstanders van een dergelijk meldpunt tonen "te weinig gevoel voor de economische praktijk", aldus de hoogleraar. "Nederland heeft, als kleine, open economie, dit fiscale beleid nodig om zijn deel van de wereldwijde belastinginkomsten veilig te stellen."

Maar het blijft balanceren op een slap koord, zegt De Vries, "met aan de ene kant de Hollandse koopman en aan de andere kant de Hollandse dominee. Maar ook tegen de dominee zou ik zeggen: staar je niet blind op de opbrengsten van de vennootschapsbelasting. Om dit fiscale beleid te beoordelen moet je ook oog hebben voor wat de effecten van het vpb-beleid zijn op de loonbelasting en de btw."

Bron: Redactie TaxLive

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Vennootschapsbelasting

0

Gerelateerde artikelen