Anders dan wordt gedacht heeft het belastingpercentage over de laatstverdiende euro weinig invloed op de bereidheid van deeltijdwerkers om meer uren te gaan werken. Verlaging van deze marginale druk is dan ook geen wondermiddel om de krapte op de arbeidsmarkt te verlichten.
Dat blijkt uit twee artikelen van Egbert Jongen en Rene Schulenberg van het Centraal Planbureau (CPB) in het economenblad ESB, zo meldt het FD. Zij constateren dat de marginale druk voor deeltijders laag is vergeleken met degenen die voltijds werken. De extreem hoge belastingdruk geldt slechts voor 2 procent van de werkenden en dat zijn vooral alleenstaanden en alleenverdieners en vrijwel nooit deeltijdwerkers.
De auteurs verklaren de relatief lage marginale druk voor deeltijders door te wijzen op het fenomeen dat de deeltijder vaak de minstverdienende partner is van een stel. Door het inkomen van de meestverdienende partner hebben zij meestal geen recht op huur- en zorgtoeslag of het kindgebonden budget. De afbouw van deze toeslagen bij toename van het gezinsinkomen doet zich dus niet voor. Die afbouw telt mee in de berekening van de marginale druk.
Bron: FD
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Inkomstenbelasting