Nederland doet niet mee met de financiële transactietaks (FTT), zoals deze vandaag door de Europese Commissie is voorgesteld. In het nieuwe voorstel worden pensioenfondsen niet vrijgesteld, wat voor Nederland een van de voorwaarden was om mee te doen met de Europese kopgroep en de belasting in te voeren. De heffing bedraagt 0,1% bij iedere aan- en verkoop van aandelen en obligaties en 0,01% bij iedere derivatentransactie. Volgens het voorstel zou het de betrokken landen tussen de 30 en 35 mld. euro kunnen opleveren.

 

Regeerakkoord

Bij het eerdere voorstel van de Europese Commissie reageerde Nederland nog terughoudend. Het bleek toen ook niet mogelijk de FTT in de hele EU in te voeren, waarna naar het instrument van de versterkte samenwerking werd gegrepen. De FTT zou alsdan in een kopgroep van landen ingevoerd kunnen worden. In het Regeerakkoord van het nieuwe kabinet was het voornemen opgenomen zich aan te sluiten bij deze kopgroep om een FTT in te voeren. Daaraan waren wel de voorwaarden gekoppeld dat de pensioenfondsen hiervan gevrijwaard zouden blijven, er geen disproportionele samenloop is met de huidige bankenbelasting en de inkomsten zouden terugvloeien naar de lidstaten. Nu aan de eerste voorwaarde al niet is voldaan, haakt Nederland dus weer af uit de kopgroep.

Gevolgen

Nu Nederland niet mee zal doen aan de FTT, betekent dit niet dat de gevolgen ervan ook niet voelbaar zullen zijn. De voorgestelde FTT werkt ook over de grenzen van de deelnemende landen heen, indien er gehandeld wordt in financiële producten uit een van de deelnemende landen. Het voorstel van de Europese Commissie moet nu nog worden besproken en goedgekeurd in de Ecofin-Raad met alle 27 ministers van Financiën. Nederland mag daarbij dan wel meepraten, maar heeft geen stemrecht.

Bron: Redactie TaxLive

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Belastingrecht, Internationaal belastingrecht, Bankenbelasting

7

Gerelateerde artikelen