De Nederlandse offshore-sector ligt praktisch stil omdat er nog steeds geen duidelijkheid is over de verhoging van de investeringsaftrek en door de stikstofproblematiek. Dat staat vandaag in het FD.
Een groot probleem is dat olie- en gasbedrijven geen vergunningen meer krijgen vanwege het stikstofoverschot. Daarnaast is de onzekerheid over de verhoging van de investeringsaftrek een probleem. In mei 2018 kondigde minister Wiebes van Economische Zaken in een brief aan de Tweede Kamer een wetswijziging aan. De investeringsaftrek voor nieuwe investeringen in opsporing en winning van gas op de Noordzee zou daarbij worden verhoogd van 25% naar 40%. Dat verlaagt de kosten voor oliemaatschappijen. Hiermee kan Nederland beter concurreren met bijvoorbeeld het Verenigd Koninkrijk of Noorwegen, waar exploratie en winning nu goedkoper is. De beoogde wetswijziging is echter nog niet ingediend.
Olie- en gasmaatschappijen waarschuwen dat de productie op de Noordzee stil zal vallen als er in Den Haag niet snel wordt ingegrepen. Dat is slecht voor het milieu en voor het investeringsklimaat, aldus verschillende bedrijven uit de sector. Onlangs werd duidelijk dat er afgelopen jaar voor het eerst in decennia geen succesvolle olie- en gasboringen zijn geweest op het Nederlandse deel van de Noordzee.
Een woordvoerder van het ministerie van EZ zegt desgevraagd dat 'de wetgeving waarschijnlijk deze maand nog naar de Kamer gestuurd wordt'.
Bron: FD
Informatiesoort: Nieuws