Met een fors pakket aan maatregelen, waaronder ook veel fiscale ingrepen, beperkt het kabinet de invloed van de inflatie op de koopkracht. Het koopkrachtpakket dat in 2022 is ingezet, wordt in 2023 grotendeels voortgezet en uitgebreid met verdere maatregelen. De maatregelen hebben een omvang van 17,2 miljard in 2023 en 4,9 miljard in de jaren daarna (structureel).

Hieronder volgt een opsomming van niet-fiscale maatregelen om de koopkracht enigzins te herstellen:

  • Stijging van het wettelijk minimumloon per 1 januari 2023 met ruim 10%. De AOW stijgt mee.
  • Verhoging van de maximale zorgtoeslag in 2023 met € 412.
  • Vervroeging van de inkomensafhankelijke huurverlaging naar 1 juli 2023.
  • Structurele verhoging van de maximale huurtoeslag met maximaal € 16,94 per maand.
  • Verhoging van het kindgebonden budget.
  • Verhoging van het vergoedingspercentage van de kinderopvangtoeslag per 2025 naar 96%.
  • Verlaging van de Arbeidsongeschiktheids (Aof)-premie voor kleine werkgevers.
  • Verhoging van de beurs voor uitwonende studenten met ongeveer € 165.
  • Financieel ondersteunen van (kwetsbare) huishoudens bij het nemen van energiebesparende maatregelen.
  • Uitkering van de energietoeslag van € 1.300 voor lage inkomens ook in 2023.
  • Doorvertaling van de maatregelen uit het koopkrachtpakket voor Europees Nederland naar Caribisch Nederland.
  • En tenslotte het beschikbaarstellen van € 200 miljoen voor flankerend beleid.

Bron: Legal en Compliance Nationale Nederlanden

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Belastingrecht algemeen, Sociale zekerheid algemeen

Dossiers: Prinsjesdag 2022

12

Gerelateerde artikelen