De NOB verwacht dat het voorstel om de vrijstellingsmethode te vervangen door de creditmethode voor directeurs- en commissarissenbeloningen kan leiden tot mismatches in de timing van de heffing in het buitenland (zoals in België). Deze mismatches kunnen in Nederland ertoe leiden dat de creditmethode onvolledig uitwerkt en resulteert daarmee in dubbele heffing. Dit schrijft de NOB in haar commentaar op de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2020.

Een voorbeeld hiervan is de situatie waarin de directeur/commissaris als beloning voor zijn werkzaamheden als directeur/commissaris aandelenoptierechten krijgt toegekend en het heffingsmoment in het land waar de vennootschap is gevestigd waarin de directeur/commissaris zijn functie vervuld, is gelegen bij toekenning, terwijl in Nederland over deze beloning wordt geheven bij uitoefening.

De NOB geeft aan dat als Nederland geen flankerende maatregelen neemt om deze mismatches te voorkomen, het in strijd handelt met een aanbeveling van de OESO.

Verder plaatst de Orde opmerkingen en suggesties bij onderdeel 4.6.5 ‘Volledig effecturen buitenlandse belastingplicht’ en onderdeel 4.9 ‘Sporters en Artiesten’. Wat betreft sporters en artiesten vervalt op basis van de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2020 het streven om geen artikel 17 meer in belastingverdragen op te nemen, ondanks dat nog steeds wordt erkend dat sporters en artiesten problemen hebben met dubbele belastingheffing en hoge administratieve lasten. Dat is strijdig met elkaar en draagt bij aan een (potentieel) fiscaal onevenredig nadelige positie.

Lees het commentaar.

Bron: NOB

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Internationaal belastingrecht

2

Gerelateerde artikelen