De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs verwacht juist meer problemen door het conceptwetsvoorstel Wet verbetering rechtsbescherming WOZ. De Orde geeft in overweging de wetswijziging van 1 oktober 2015 ongedaan te maken en het onderhavige consultatiewetsvoorstel niet of in gewijzigde vorm in te dienen. Dit staat in de reactie van de Orde op het conceptwetsvoorstel dat in internetconsultatie is voorgelegd.

De Orde vindt de titel van het conceptwetsvoorstel op zijn minst dubbelzinnig. Het wetsvoorstel bevat weliswaar een verbetering van de rechtsbescherming van de andere belanghebbenden dan de eigenaar en gebruiker, het bevat echter ook een wezenlijke verslechtering en niet alleen van de ‘andere belanghebbenden’ maar zelfs ook van de eigenaar en gebruiker. De uitspraak waarin een WOZ-waarde wordt aangepast staat open voor het aantekenen van (hoger) beroep of cassatie door alle belanghebbenden. Dit is een vooruitgang ten opzichte van de huidige situatie te noemen, aldus de Orde. Dit brengt echter ook een verslechtering met zich. Het geschil gaat bijna altijd niet alleen over de WOZ-waarde maar ook over daaraan gerelateerde belastingaanslagen. Deze procedures zijn niet openbaar van aard. Dit heeft een goede reden, te weten de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en/of van concurrentiegevoelige informatie. De gezamenlijke/gevoegde behandeling van het bezwaar of beroep staat hiermee op gespannen voet. De Orde mist in de concept toelichting een afweging van de belangen op dit punt. De Orde verzoekt de wetgever deze afweging alsnog te maken.

Verruiming kring van belanghebbenden

Verder gaat de Orde in op het voorstel om de kring van belanghebbenden te verruimen. In het wetsvoorstel wordt expliciet de mogelijkheid van een economisch eigenaar als belanghebbende genoemd. Dit is onder het huidige regime van de Wet WOZ niet mogelijk. Dit maakt dat de gehele procedure complexer wordt. Het effect van meerdere belanghebbenden, bijvoorbeeld meerdere eigenaren, juridisch en economisch, kan ook leiden tot problemen bij de belastingheffing. Denk bijvoorbeeld aan de aangifte voor de verhuurderheffing. Wie moet dan wat aangeven? De Orde kan zich voorstellen dat ook een blooteigenaar, een erfpachtverstrekker of iemand die een ander beperkt zakelijk recht heeft verstrekt als belanghebbende kan optreden. Waar ligt voor economisch eigendom echter de grens? De Orde verneemt graag de reactie van de wetgever hierop.

 

Bron: NOB

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Bronbelasting, Waardering onroerende zaken

0

Gerelateerde artikelen