Afgelopen donderdag 4 april is de internetconsultatie gestart over de beleidsnotitie Aan het werk met de werkkostenregeling, die Weekers in maart publiceerde. Daarin worden reparatievoorstellen gedaan voor de administratieve mismatch tussen financiële en loonadministratie, die de oorspronkelijke werkkostenregeling (wkr) met zich meebrengt. Daarnaast presenteert Weekers een noviteit: het noodzakelijkheidscriterium voor werkkosten. Dat principe houdt in dat verstrekkingen of vergoedingen voor zaken die noodzakelijk zijn voor het verrichten van de werkzaamheden niet meer tot het loon gerekend worden. Die kosten zouden dan ook niet meer ten laste van de vrije ruimte in de wkr komen. Het is aan de werkgever - en de inspecteur - om te bepalen om welke kosten het gaat.
Lovenswaardig
"Een verfrissend idee", zegt Frank Werger, fiscaal econoom aan de Erasmus Universiteit Rotterdam en adviseur bij PwC. "Ik vind het lovenswaardig dat men bij het departement probeert met een dergelijke open norm de wetgeving te vereenvoudigen. Dat sluit aan bij de tendens naar horizontaal toezicht en bij de discussies over fair share." Werger zegt benieuwd te zijn of 'de praktijk' het idee ondersteunt. "Een open norm kan werkgevers veel administratieve lasten schelen, maar tegelijkertijd verdwijnt de zekerheid van de strakke regeltjes. Overigens is dat wat mij betreft een schijnzekerheid: ook in de huidige situatie, met al die regeltjes, zijn er volop discussies over de randgevallen." Dat is voor Werger reden het idee voor een open norm te ondersteunen. "Maar het zal onvermijdelijk zijn op een aantal terreinen die norm aan te vullen met specifieke regels, met name voor reiskosten, voeding en werkkleding."
Reserve
De onvermijdelijkheid van aanvullende regels is voor Robert Rutgers, fiscaal jurist bij Flynth, precies de reden het noodzakelijkheidscriterium met enige reserve te verwelkomen. "Gaan we hiermee niet terug naar de situatie die we juist wilden oplossen met de wkr?", zo vraagt hij zich af. "Wat ons betreft hangt veel af van de wijze waarop dit idee wordt uitgewerkt." Principieel heeft het noodzakelijkheidscriterium de wind mee, aldus Rutgers. "Het is inderdaad niet meer van deze tijd om te eisen dat een goed voor minimaal 90 procent zakelijk wordt gebruikt en het is ook passend om bij het vaststellen van de noodzakelijkheid van kosten op het oordeel van de ondernemer af te gaan. Maar het is de vraag of die principiële voordelen te benutten zijn in een eenvoudig, werkbaar systeem. Dat wordt heel moeilijk." Rutgers brengt ook nog naar voren dat bedrijven met weinig of geen 'noodzakelijke' kosten benadeeld zullen worden bij het invoeren van het noodzakelijkheidscriterium. "Want in dat geval zal de forfaitaire ruimte verkleind worden."
Maatwerk
Wat Werger betreft kan een wkr met het noodzakelijkheidscriterium alleen functioneren als inspecteur en werkgever de uitdaging aannemen. "Willen zij de verantwoordelijkheid nemen en kunnen ze die aan? We zijn wel erg gewend geraakt aan al die regeltjes, en niet zelden verschuilen we ons daarachter. Maar zijn we in staat die schijnzekerheid los te laten dan zou veel meer maatwerk mogelijk zijn. Ik denk dat veel werkgevers daarmee gediend zijn."
Bron: Redactie TaxLive
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Loonbelasting