Een werkgever heeft mogelijkheden om een onbelaste vergoeding aan het kind van een werknemer te verstrekken voor de studiekosten van dat kind. Staatssecretaris Snel van Financiën gaat hier nader op in naar aanleiding van een vraag van Tweede Kamerlid Omtzigt tijdens het wetgevingsoverleg van het pakket Belastingplan 2019. Er zijn twee opties: ten eerste kan het kind gebruikmaken van de algemene heffingskorting, ten tweede kan het kind scholingskosten aftrekken, waardoor ook per saldo geen belasting wordt geheven.

Een kind van een werknemer kan onder omstandigheden zelf als werknemer kwalificeren voor de Wet op de loonbelasting 1964. In een uitspraak van Hof ’s-Hertogenbosch is beslist dat de studietoelage die de betreffende werkgever aan het kind van die werknemer betaalt, kwalificeert als loon van het kind. Het moet dan wel gaan om de situatie dat het kind zelfstandig de toelage krijgt en de ouder hier geen recht op heeft of kan doen gelden. Is dit niet het geval, dan blijft sprake van loon van de ouder.

Mocht sprake zijn van loon van het kind, dan betekent dit niet dat ook gebruik kan worden gemaakt van de gerichte vrijstellingen van de werkkostenregeling. Om van de gerichte vrijstelling voor studiekosten gebruik te kunnen maken dient een loonbestanddeel allereerst als zogenoemd eindheffingsloon aangewezen te kunnen worden. Dat kan in dit geval niet omdat loon waar geen arbeid tegenover staat niet kan worden aangewezen als eindheffingsloon.

Studiefonds

Daarnaast kunnen werkgevers samen met werknemers een studiefonds oprichten dat, mits aan de wettelijke voorwaarden op dat punt is voldaan, onbelaste uitkeringen kan doen ten behoeve van studiekosten van kinderen van werknemers. Een belangrijke voorwaarde daarbij is dat werknemers ten minste hetzelfde bedrag inleggen in het fonds als de werkgever. De voorwaarden staan beschreven in het Handboek loonheffingen. Staatssecretaris Snel van Financien zal hierover geen beleidsbesluit publiceren.

Onbelaste vergoeding

Het kind van de werknemer kan onder omstandigheden de studietoelage zelfstandig als inkomen genieten. Via de algemene heffingskorting zal dit toegekende inkomen – afhankelijk van de hoogte van de studietoelage - per saldo onbelast blijven. Als het kind ook nog ander inkomen uit bijvoorbeeld een bijbaan heeft, wordt de studietoelage van de werkgever bij zijn inkomen opgeteld, maar dan heeft hij momenteel, evenals in de situatie zonder bijbaan, recht op aftrek van scholingsuitgaven. De gedane scholingsuitgaven drukken op het kind omdat de toelage van de werkgever belast inkomen vormt. Als een werkgever dergelijke studievergoedingen wil gaan geven, dan zal dit een extra recht moeten zijn dat de werkgever aan het kind van werknemers verstrekt. Er is sprake van loon van de ouder indien de toekenning van de studietoelage aan het kind invloed heeft op het loon van de ouder.

Bron: Staatssecretaris van Financiën

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Inkomstenbelasting

Dossiers: Prinsjesdag 2018

16

Gerelateerde artikelen