De voor corona-belastingschulden opgetuigde betalingsregeling voelt met een vijfjaarstermijn wellicht riant, maar met een kleine kink in de kabel staan de uit de coronacrisis opkrabbelende ondernemers alsnog in de kou. Nu de rechtsbescherming ver te zoeken is, zijn zij volgens fiscaal advocaat Diana Jansen aan de goden overgeleverd.

Betalingsregeling met strikte voorwaarden

Het bijzonder uitstel voor de betaling van belastingen vanwege de coronacrisis loopt ten einde. Vanaf 1 oktober moeten ondernemers hun nieuw opkomende betalingsverplichtingen weer op tijd aan de Belastingdienst voldoen. Voor ondernemers die gebruik hebben gemaakt van de corona-uitstelregeling staat vanaf 1 oktober 2022 een betalingsregeling open. De opgebouwde belastingschuld moet dan in gelijke maandelijks termijnen over een periode van maximaal vijf jaar worden terugbetaald. Uiterlijk 1 oktober 2027 moet de opgebouwde belastingschuld volledig zijn afgelost.

Het demissionair kabinet spreekt van een ruime betalingsregeling. Of ondernemers in wederopbouw dit straks ook zo ervaren zal de tijd leren. Die riantheid blijkt in elk geval niet uit de strikte voorwaarden van de regeling. Dat geeft Jansen, eigenaar van Tax Studio, aan. “Wie vanaf 1 oktober niet op tijd aangifte doet en op tijd betaalt komt niet eens in aanmerking voor de betalingsregeling en zal nog vóór 1 oktober 2022 zijn corona-belastingschuld volledig moeten betalen. En wie gedurende de betalingsregeling niet aan zijn lopende betalingsverplichtingen kan voldoen, wordt uit de regeling gezet. En wat dan?”

Loze woorden

Als een ondernemer niet voldoet aan de voorwaarden van de betalingsregeling wordt contact opgenomen met de ondernemer om de reden daarvan te achterhalen, geeft het kabinet aan. En de ondernemer kan contact opnemen met de Belastingdienst voor een maatwerkoplossing binnen het bestaande beleid. Jansen: “Het klinkt coulant, maar mooie woorden zonder wettelijke dekking worden al snel loze woorden. Wat beleid wel is, wordt pijnlijk duidelijk in het besluit noodmaatregelen coronacrisis. Als de ondernemer niet alsnog binnen veertien dagen aan de voorwaarden voldoet – het nakomen van de lopende betalingsverplichtingen – zal de ontvanger van de Belastingdienst de betalingsregeling beëindigen of weigeren.”

Overgeleverd aan de goden

“Er wordt maatwerk en coulance beloofd op papier,” vervolgt Jansen, “maar papier is geduldig. Als er puntje bij paaltje wettelijk niks is geregeld, zijn ondernemers aan de goden overgeleverd.”

Wat Jansen bedoelt met ‘het aan de goden overgeleverd zijn’ legt ze als volgt uit: “Na een waarschuwing om alsnog binnen veertien dagen de lopende betalingsverplichtingen te voldoen, volgt een brief dat de betalingsregeling wordt beëindigd of geweigerd. De ondernemer heeft dan nog een dag of tien om de volledige schuldenberg inclusief de opgebouwde corona-belastingschuld te voldoen. Binnen die tien dagen kan de ondernemer nog in beroep gaan bij de directeur Belastingen. Die zal toetsen of de ontvanger het beleid goed heeft uitgevoerd. Is dat het geval en dat zal meestal zo zijn, dan volgt afwijzing van het beroep en is het voor de ondernemer die zijn belastingschuld niet alsnog kan ophoesten, wachten totdat de deurwaarder voor de deur staat.”

Rechtsbescherming ver te zoeken

De ondernemer is voor een uitgang uit zijn precaire situatie dus volledig afhankelijk van de goodwill van de ontvanger en de directeur Belastingen en die zijn min of meer met handen en voeten gebonden aan het bestaande beleid. Voor de belastingrechter is in dit hele verhaal geen enkele rol weggelegd. Tegen de beslissing tot beëindiging of weigering van de betalingsregeling staat namelijk geen beroep open bij de belastingrechter. Die zo belangrijke rechtsingang is er al wel maar ligt nog altijd op de plank te wachten om te worden ingevoerd.

Dat de rechtsbescherming via de belastingrechter bij beslissingen over uitstel van betaling of een betalingsregeling door de ontvanger van de Belastingdienst nog steeds niet is geregeld, komt omdat de inwerkingtreding van dit onderdeel uit de Fiscale Vereenvoudigingswet 2017 is uitgesteld tot na 2021. Daarover sprak fiscaal procesrecht advocaat Vanessa Huygen van Dyck-Jagersma in een eerder interview voor TaxLive. Reden voor uitstel is het verouderde ICT-systeem van de Belastingdienst bij onder andere de inning van belastingen.

Stop met dralen

Stop met dralen, maant Jansen de wetgever. “Met een nog openstaande corona-belastingschuld van maar liefst € 19,2 miljard hangt het ‘zwaard van damocles’ boven het hoofd van 270.000 ondernemers en is de urgentie van wettelijke rechtsbescherming groter dan ooit. Het enige wat daarvoor nodig is een Koninklijk Besluit voor inwerkingtreding per 1 oktober aanstaande. En als het ICT-systeem van invordering hier nog niet op berekend is, regel dan desnoods de rechtsingang van de voor bezwaar vatbare beschikking via de systemen van de belastinginspecteur.”

Bron: Redacteur Marit Muller

Informatiesoort: Nieuws, Interviews

Rubriek: Invordering

Dossiers: Corona

Focus: Focus

Carrousel: Carrousel

80

Gerelateerde artikelen