Mensen die in een voorziening voor beschermd wonen verblijven, hebben gewoon recht op huurtoeslag. Dat oordeelt de Haagse rechtbank in een zaak tussen zeven cliënten en de Belastingdienst.
Zes van de zeven cliënten kregen met een terugvordering van hun ontvangen huurtoeslag te maken omdat de Belastingdienst van mening is dat hun tijdelijke huurovereenkomst met Stichting PerspeKtief in Delft 'naar zijn aard slechts van korte duur' was. Dat geldt als een uitsluitingsgrond in de Wet op de huurtoeslag (Wht), die in 2016 werd toegevoegd om te voorkomen dat mensen huurtoeslag opstrijken door bijvoorbeeld een vakantiewoning te huren.
Er is volgens de rechter sprake van alle kenmerken van een normale huurovereenkomst; een contract, de maandelijkse huur omvat geen zorgkosten, zelfstandige wooneenheden, de huurders hielden of houden er hun hoofdverblijf, en de huur is betaald. De Belastingdienst is daarom veroordeeld tot het opnieuw oordelen over de bezwaren van de cliënten tegen de terugvorderingen of het niet toekennen van huurtoeslag, zo meldt Binnenlands Bestuur.
De Belastingdienst kan nog niet aangeven of het toekenningsbeleid omtrent de huurtoeslag wordt aangepast naar aanleiding van de uitspraak. Ook is volgens het vakblad voor de overheid nog niet duidelijk of de Belastingdienst in beroep gaat tegen de uitspraak van Rechtbank Den Haag.
Bron: Binnenlands Bestuur
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet