Is het fiscaal toegestaan om het saldo op de lijfrenterekening op te nemen bij arbeidsongeschiktheid?
Deze vraag speelt bij een man die € 29.000 op zijn lijfrenterekening heeft staan bij een bank. Dit geld is bedoeld voor aanvulling op zijn pensioen. Maar omdat hij arbeidsongeschikt is geraakt en hij behoefte heeft aan extra inkomen, overweegt hij om het saldo op zijn lijfrenterekening nu al op te nemen.
 
Het is in beginsel niet toegestaan om het opgebouwde saldo op een lijfrenterekening in één keer op te nemen. Dat heeft te maken met de doelstelling van de lijfrenteaftrek. De op een rekening gestorte bedragen heeft de belastingplichtige in aftrek kunnen brengen bij de aangifte inkomstenbelasting. Daarmee biedt de wetgever belastingplichtigen een faciliteit om te sparen voor een oudedagsvoorziening. Zodra er geen sprake meer is van een oudedagsvoorziening, bijvoorbeeld omdat iemand het geld voortijdig opneemt, is direct belasting verschuldigd. Een bank zal dan inhoudingen doen tegen een vast tarief van 51,95%. Daarnaast zal de belastinginspecteur ook nog revisierente (maximaal 20% van het opgenomen saldo) in rekening brengen. De bank kan de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (Zvw) inhouden op de uitkering.
 
Op de hier geschetste hoofdregel geldt een zeer belangrijke uitzondering. Sinds 2016 bestaat er namelijk een afkoopregeling bij arbeidsongeschiktheid. Deze regeling houdt in dat er niet wordt ingehouden tegen een vast tarief van 51,95% maar tegen het doorgaans lagere tarief van de groene tabel loonbelasting. Ook is er dan geen revisierente verschuldigd. Aan deze afkoopregeling zijn in artikel 3.133 lid 9 Wet IB 2001 de volgende voorwaarden gesteld:
  • Er moet sprake zijn van ‘langdurige arbeidsongeschiktheid';
  • Iemand mag de AOW-leeftijd nog niet hebben
  • De afkoopsom is niet hoger dan € 40.644 (2018) of het gemiddelde inkomen van de afgelopen twee jaar.
De door de bank ingehouden loonheffing is slechts een voorheffing. Hoeveel inkomstenbelasting, premies volksverzekering en inkomensafhankelijke bijdrage Zvw iemand uiteindelijk verschuldigd is over de afkoopsom blijkt pas uit de aanslag inkomstenbelasting en de aanslag Zvw.

Belang voor de praktijk

Van ‘langdurige arbeidsongeschiktheid' is volgens artikel 18 Uitvoeringsregeling Inkomstenbelasting 2001 sprake als uit een recente verklaring van een arts blijkt dat de rekeninghouder niet in staat is volledig de werkzaamheden te verrichten waarmee vóór het ontstaan van de arbeidsongeschiktheid het inkomen werd verdiend en hiertoe vermoedelijk in de komende twaalf maanden ook niet in staat zal zijn.
 
Omdat is gebleken dat veel (huis)artsen niet bereid zijn een dergelijke verklaring op te stellen, is deze regeling versoepeld. Het is nu ook voldoende als aannemelijk is dat de rekeninghouder periodieke uitkeringen van privaat- of publiekrechtelijke aard wegens arbeidsongeschiktheid ontvangt of gaat ontvangen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een AOV- of een WIA-uitkering.
 

Bron: Fiscaal Juridisch Adviesbureau Nationale Nederlanden

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Inkomstenbelasting

19

Gerelateerde artikelen