In het wetsvoorstel Overige fiscale maatregelen 2017 zijn wijzigingen opgenomen rond eigen woning en vruchtgebruik.
Bij een vruchtgebruiktestament is het vaak zo geregeld dat het vruchtgebruik toekomt aan de achterblijvende partner en de kinderen het bloot eigendom verkrijgen. Als er sprake is van een eigen woning dan verkrijgt de achterblijvende partner het vruchtgebruik van deze woning en kan de eigenwoningregeling van toepassing zijn.
 
Op grond van de bepalingen in het vruchtgebruiktestament moet de langstlevende veelal de hypotheekrente en kosten betalen. Deze rente is echter niet aftrekbaar omdat de langstlevende geen eigenwoningschuld heeft. De schuld staat namelijk op naam van de bloot eigenaren (de kinderen).
 
Omdat de staatsecretaris dit niet wenselijk acht, is in het Besluit van 21 februari 2014 goedgekeurd dat de vruchtgebruiker de rente en kosten die hij betaalt in aftrek kan brengen als aftrekbare kosten voor de eigen woning. Deze goedkeuring wordt nu in de wet verankerd. Daarbij worden de volgende aanpassingen voorgesteld:
  • een schuld waarvan de vruchtgebruiker de kosten en lasten moet dragen, wordt (als aan de overige voorwaarden is voldaan waaronder de aflossingseis) als eigenwoningschuld aangemerkt, zodat recht bestaat op renteaftrek;
  • voor het deel van de woning waar het vruchtgebruik op rust ontstaat geen eigenwoningreserve;
  • de restschuldregeling is op de vruchtgebruiker van toepassing;
  • het aflossingsschema van de erflater blijft van toepassing op de schuld waar het krachtens erfrecht gevestigde vruchtgebruik betrekking op heeft als de vruchtgebruiker op het moment van overlijden van de erflater diens partner was;
  • de schuld is voor de vruchtgebruiker een bestaande eigenwoningschuld (waarvoor dus geen aflossingseis geldt), als de schuld voor de erflater een bestaande eigenwoningschuld was en de vruchtgebruiker op het moment van overlijden van de erflater diens partner was.

Belang voor de praktijk

Nieuw is dat vruchtgebruiker de restschuldregeling van artikel 3.120a Wet IB 2001 kan toepassen. Ook wordt duidelijk dat de bijleenregeling niet van toepassing is bij de vruchtgebruiker. De achterblijvende partner wordt met deze fiscale tegemoetkomingen in staat gesteld om in de voormalige echtelijke woning te blijven wonen. Voor wat betreft de maximale duur van 30 jaar renteaftrek moet wel rekening gehouden worden met het aantal jaren dat de erflater al renteaftrek heeft genoten.
 

Bron: Fiscaal Juridisch Adviesbureau Nationale Nederlanden

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Inkomstenbelasting

Dossiers: Prinsjesdag 2016

16

Gerelateerde artikelen