Werkgeversvereniging AWVN adviseert haar leden om de wijze waarop tax equalisation-afspraken in de loonadministratie worden verwerkt te (laten) beoordelen om vervelende discussies en mogelijke naheffingen door de Belastingdienst te voorkomen. Aanleiding voor dit advies is een recent standpunt van een kennisgroep van de Belastingdienst over dit onderwerp.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat het verlaagde BTW-tarief van toepassing is op het bloemencorso. X kan namelijk een in rechte gerechtvaardigd vertrouwen ontlenen aan het Besluit Toelichting Tabel I (Besluit Staatssecretaris van Financiën van 31 maart 2022, 2022-6334, Stcrt. 2022, 9114, V-N 2022/26.11).
Het is niet verstandig om BTW te heffen op commerciële aanbieders van aanvullend onderwijs. Dat schrijven Staatssecretarissen Paul van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en Van Oostenbruggen van Financiën naar aanleiding van een vraag van het Kamerlid Westerveld (GroenLinks-PvdA) of het mogelijk is om omzetbelasting te heffen op commerciële bijlesbureaus en de middelen terug laten vloeien naar het publiek bekostigde onderwijs.
Verzekeraar Aegon en zijn aandeelhouders hebben een goed weekend achter de rug. De Hoge Raad heeft vrijdag uitspraak gedaan in een geschil met de belastinginspecteur en daarbij Aegon gelijk gegeven. Dat scheelt zo'n 50 miljoen euro aan winstbelasting die het verzekeringsbedrijf niet hoeft te betalen, meldt Het Financieele Dagblad.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de bezwaren van X tegen de naheffingsaanslagen omzetbelasting terecht niet-ontvankelijk zijn verklaard. De bezwaarschriften zijn niet binnen de wettelijke termijn ingediend.
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inspecteur terecht rente op achterstallen aan X BV in rekening heeft gebracht over de in de UTB opgenomen bedragen aan invoerrechten en BTW. De rechtbank verwijst daarbij naar de antwoorden op de door haar aan de Hoge Raad gestelde prejudiciële vragen.
De Hoge Raad oordeelt dat de aanvraag tot herziening niet in behandeling kan worden genomen, omdat in 2022 ter zake van het tweede herzieningsverzoek al is geoordeeld dat – uitgaande van de juistheid van de stelling van X – dit niet tot herziening kan leiden.
Hof Amsterdam oordeelt dat de verhuur van de kantoorruimte in de woning van X en Y aan A BV kwalificeert als een economische activiteit en dat X en Y gezamenlijk als ondernemer kwalificeren. X en Y hebben recht op een aanvullende BTW-teruggaaf.
Hof Den Haag oordeelt dat X geen recht heeft op een belastingvrijstelling, omdat de Zetelovereenkomst expliciet bepaalt dat Nederlandse onderdanen en personen die duurzaam verblijf houden in Nederland geen privileges genieten.
Advocaat-generaal Ettema concludeert dat bij de intrekking van de vergunningen niet is voldaan aan de voorwaarden die worden gesteld in art. 33g lid 6 Wet OB 1968. De voorwaarden waaronder een vergunning wordt afgegeven en de gronden om deze in te trekken moeten namelijk worden vastgesteld bij algemene maatregel van bestuur. Wel adviseert de A-G nog om prejudiciële vragen te stellen.