In de door PwC gevoerde procedure heeft het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden geoordeeld dat voor de toepassing van de afdrachtvermindering onderwijs niet vereist is dat de volledige beroepsopleiding wordt gevolgd.
Het Hof oordeelt dat het ook geen wettelijk vereiste is dat de intentie van de deelnemer gericht zou moeten zijn op het volgen van een volledige beroepsopleiding. Het Hof heeft de naheffingsaanslag dan ook vernietigd. Tegen de uitspraak kan nog tot 28 januari 2015 in cassatie worden gegaan. Na deze datum staat de uitspraak vast.

Wat betekent het voor de werkgever?

Werkgevers waarbij de Belastingdienst (recent) een controle heeft uitgevoerd (of aangekondigd) naar de toepassing van de afdrachtvermindering onderwijs, raadt PwC  aan om contact op te nemen met experts. Met name indien er sprake is geweest van deelopleidingen of wanneer de Belastingdienst formele gebreken heeft vastgesteld in uw administratie, zoals de datum van ondertekening van de praktijkovereenkomsten, is de ervaring van PwC dat de Belastingdienst de toepassing van de afdrachtvermindering onderwijs afwijst. Om te kunnen beoordelen of deze uitspraak voor uw onderneming uitkomst biedt, dient vastgesteld te worden in hoeverre de feiten en omstandigheden met bovengenoemde procedure overeenkomen.

Achtergrond van deze zaak

Aan de werkgever in bovenvermelde zaak is een naheffingsaanslag opgelegd voor de toegepaste afdrachtvermindering onderwijs voor de periode van een jaar en drie maanden. In deze periode volgden diverse werknemers een opleidingstraject dat bij succesvol afronden een certificaat opleverde voor de behaalde deelkwalificatie. Voor de Belastingdienst was er voldoende reden om niet akkoord te gaan met de door de werkgever toegepaste afdrachtvermindering onderwijs. Volgens de Belastingdienst moeten de werknemers deelnemen aan de volledige beroepsopleiding en ook de intentie hebben om deze af te ronden. Daarnaast was volgens de Belastingdienst niet voldaan aan een aantal formele vereisten voor de toepasselijkheid van de afdrachtvermindering. PwC heeft namens deze cliënt bezwaar en beroep aangetekend tegen deze naheffingsaanslag. In deze procedure voor de rechtbank Noord-Nederland werd op 4 juni 2013 uitspraak gedaan, waarbij de Belastingdienst in het gelijk werd gesteld. In het daartegen ingestelde hoger beroep is nu door Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden anders geoordeeld. Volgens het Hof is voor de toepassing van de afdrachtvermindering onderwijs niet vereist dat de volledige beroepsopleiding wordt gevolgd. Het Hof oordeelt dat het ook geen wettelijk vereiste is dat de intentie van de deelnemer gericht zou moeten zijn op het volgen van een volledige beroepsopleiding. Ten aanzien van de formele vereisten heeft het Hof vastgesteld dat met de aangedragen feiten en omstandigheden voldoende aannemelijk is gemaakt dat aan de formele vereisten is voldaan. Met deze uitspraak is de belanghebbende volledig in het gelijk gesteld. Tegen de uitspraak kan nog tot 28 januari 2015 in cassatie worden gegaan. Na deze datum staat de uitspraak vast.
 
 

Bron: PwC

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Loonbelasting

0

Gerelateerde artikelen