Iedereen moet een erfvrijstelling van één miljoen krijgen, want de erfbelasting is de meest onrechtvaardige belasting die er bestaat. Dat staat in het amendement op het Belastingplan 2016 van het onafhankelijk Kamerlid Klein, dat hij op 9 november 2015 heeft ingediend.
Op dit moment verschillen de vrijstellingen van de erfbelasting voor de diverse groepen verkrijgers. Partners genieten de hoogste vrijstelling (633.014 euro), gevolgd door zieke of gehandicapte kinderen (60.138 euro) en ouders (47.477 euro). (Klein)kinderen hebben een vrijstelling van 20.047 euro en overige verkrijgers 2.111 euro.
Kamerlid Klein stelt nu voor om al deze vrijstellingsbedragen gelijk te trekken tot één miljoen per persoon. Dit is omdat de erfbelasting volgens hem de meest onrechtvaardige belasting is die er bestaat. Mensen zouden door de heffing van erfbelasting drie keer belasting moeten betalen over hetzelfde geld. Allereerst inkomstenbelasting over het inkomen (box 1: maximaal 52 procent), vervolgens over datzelfde geld nog eens vermogensrendementheffing (box 3: 1,2 procent) en tenslotte erfbelasting (10-40 procent). Zijn voorstel zou het grootste deel van deze onrechtvaardigheid wegnemen. Voor het financieren van deze maatregel stelt het Kamerlid voor om de arbeidskorting te verlagen.
Discussie
De discussie over de (on)rechtvaardigheid van de erfbelasting is niet nieuw en dat geldt ook voor de argumenten. Voorstanders van de afschaffing ervan gebruiken hetzelfde argument als de heer Klein: hetzelfde vermogen wordt drie keer belast, twee keer tijdens leven en één keer bij het overlijden van de erflater. Voorstanders van handhaving van deze belasting brengen daartegen in dat het aanknopingspunt voor de erfbelasting niet het vermogen is maar de verkrijger. Deze verkrijger ontvangt namelijk een vermogen waarover hij of zij zelf nooit belasting heeft betaald.
Tot nu toe hebben de voorstanders van de afschaffing van de erfbelasting nog geen voet aan de grond kunnen krijgen. De vraag is dan ook of dit amendement de eindstreep haalt. Maar één ding is zeker: het amendement is olie op het vuur en zal de discussie weer doen oplaaien.
Op dinsdag 17 november 2015 stemt de Tweede Kamer over dit amendement.
Bron: PwC
0