- De huidige vier VAR-verklaringen (VAR-wuo, VAR-dga, VAR-loon en VAR-row) worden vervangen door één beschikking: de Beschikking geen loonheffingen (BGL).
- De opdrachtnemer vraagt de BGL aan. Daarbij moet hij een aantal vragen beantwoorden. Deze hebben enerzijds betrekking op zijn eigen situatie (aantal opdrachtgevers, investeringen e.d.), en anderzijds op de omstandigheden van de betreffende opdracht (soort contract, risicoverdeling, werkafspraken e.d.). De exacte vragen zijn op dit moment nog niet bekend.
- De elementen van het opdrachtgedeelte worden vermeld op de BGL in de vorm van een aantal stellingen. De opdrachtgever wordt mede verantwoordelijk voor de controle van deze stellingen.
- Uitsluitend indien de feitelijke uitvoering overeenstemt met deze stellingen, heeft de opdrachtgever de zekerheid dat hij geen loonheffingen verschuldigd is of zal worden.
- Een opdrachtnemer kan de BGL voor meerdere opdrachten gebruiken, onder de voorwaarde dat deze opdrachten hetzelfde soort werkzaamheden betreft en de wijze waarop en de condities waaronder deze worden verricht niet verschillen.
- Heel duidelijk is aangegeven dat de reikwijdte van de BGL beperkt is tot de loonheffingen (loonbelasting, volksverzekeringen, werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw) en niet (meer) doorwerkt naar bijvoorbeeld de inkomstenbelasting.
- Voor het aanvragen van de BGL dient gebruik gemaakt te worden van een webmodule. Deze webmodule geeft direct na het invullen van de aanvraag uitsluitsel of de aanvraag al dan niet wordt gehonoreerd. De opdrachtnemer kan op dat moment nog beoordelen of de BGL daadwerkelijk wordt aangevraagd.
- de BGL kan al worden afgegeven als het wetsvoorstel in het staatsblad is gepubliceerd, maar nog niet in werking is getreden; en
- de geldigheidsduur van de VAR die in 2014 is afgegeven wordt verlengd, waardoor deze tot de datum van inwerkingtreding van het wetsvoorstel geldig blijft.
Bron: PwC
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Inkomstenbelasting, Loonbelasting