Rechtbank Den Haag heeft onlangs uitspraak gedaan in een PwC-procedure over de aftrek van btw op gemengde kosten door een ziekenhuis. In de uitspraak komt een aantal vragen aan de orde rondom het berekenen van het pro rata-percentage. De belangrijkste uitkomst is naar de mening van PwC dat de Rechtbank de eisen voor het terugvorderen van btw op gemengde kosten aanscherpt. Dit bespreekt PwC in het nieuwsbericht: ‘Rechtbank scherpt eisen terugvorderen btw op gemengde kosten aan. Is uw administratie nauwkeurig genoeg?' . In dit bericht komen kort de overige punten van de procedure aan de orde.
Achtergrond
Het ziekenhuis in deze procedure krijgt in 2011 btw in rekening gebracht op gemengde kosten. Dit zijn kosten die gemaakt worden ten behoeve van zowel btw-belaste als btw-vrijgestelde prestaties, bijvoorbeeld accountantskosten en kantoorkosten. De btw op dergelijke kosten is als uitgangspunt aftrekbaar op basis van de verhouding tussen de btw-belaste omzet ten opzichte van de totale omzet (de zogeheten pro rata). Dit pro rata-percentage is in 2011 hoog (ca. 50%), omdat het ziekenhuis in dat jaar nieuwbouw in gebruik heeft genomen en de voortbrengingskosten als btw-belaste omzet heeft meegenomen bij haar pro-rataberekening. Hierdoor kan relatief veel btw teruggevraagd worden.
De Belastingdienst brengt een aantal standpunten in stelling tegen deze in zijn ogen te omvangrijke aftrek. Hieronder bespreken we het oordeel van de rechtbank over een aantal van deze stellingen.
Oordeel rechtbank
- De Belastingdienst betoogt dat aftrek plaats dient te vinden op basis van werkelijk gebruik (in dit geval oppervlakteverhoudingen). De rechtbank benadrukt nog maar eens dat aftrek op basis van werkelijk gebruik alleen in plaats van aftrek op basis van de pro rata-methode kan komen, als de werkelijk gebruik-methode aantoonbaar tot een juistere aftrek leidt. Omdat de Belastingdienst alleen een globale berekening van oppervlakteverhoudingen heeft gemaakt, is volgens de rechtbank niet aangetoond dat hiermee sprake is van een juistere aftrek.
- Ook het standpunt van de Belastingdienst dat een afslag op de btw op gemengde kosten mogelijk is bij gering gemengd gebruik heeft het bij de rechtbank niet gered.
- De rechtbank is het wel met de Belastingdienst eens dat kapitaalslasten en overheidsbijdragen tot de btw-vrijgestelde omzet behoren. Ze mogen daarom niet buiten beschouwing blijven bij het bepalen van het pro rata-percentage. Hierdoor wordt het pro rata-percentage lager. De argumentatie van de rechtbank vinden wij op dit punt niet overtuigend. Wij zijn dan ook benieuwd naar het oordeel in hoger beroep.
- Daarnaast speelt nog een technische discussie of bouwleges al dan niet moeten worden meegenomen bij het bepalen van de omvang van de integratieheffing. Omdat de integratieheffing per 1 januari 2014 is afgeschaft, gaan we hier niet nader op in.
Belang
In de praktijk ziet PwC dat de Belastingdienst geregeld aftrek op basis van werkelijk gebruik betoogt. Deze uitspraak bevestigt dat u hierin niet steeds hoeft mee te gaan. Daarnaast dient u bij het bepalen van het pro rata-percentage een standpunt in te nemen over de omgang met kapitaalslasten en overheidsbijdragen. PwC is van mening dat er nog steeds goede argumenten zijn om deze bedragen buiten beschouwing te laten.
Bron: PwC
9