Een kort boekjaar kan nadelig uitpakken voor het kunnen verrekenen van verliezen, omdat elk kort boekjaar als een volledig boekjaar kwalificeert voor de verliescompensatieregeling. De vennootschapsbelasting heeft een in de tijd begrensde verliesverrekening waarbij een verlies één jaar achterwaarts en negen jaar voorwaarts (jaar 2014) kan worden verrekend. Onder omstandigheden kan een kort boekjaar nadelig uitpakken omdat de effectieve compensatieperiode beduidend korter kan zijn dan tien volledige jaren (één jaar achterwaarts en negen jaren voorwaarts).
Opvolgende fiscale eenheden met korte eerste boekjaren
Eerdergenoemd gevolg blijkt onder meer uit een uitspraak van Hof Arnhem-Leeuwarden over diverse vennootschappen die in het kalenderjaar 2009 in drie wisselende samenstellingen een fiscale eenheid vormden met een nieuwe moedermaatschappij en waarbij elke nieuwe fiscale eenheid met een nieuw boekjaar aanving.
De opvolgende fiscale eenheden leden in het kalenderjaar 2009 een verlies. Dat verlies werd tijdsevenredig toegerekend aan de drie opvolgende fiscale eenheden . De laatste fiscale eenheid wilde het totale verlies over 2009 op grond van de in dat jaar geldende achterwaartse verliesverrekeningstermijn (drie jaar) verrekenen met de winst over 2006. De inspecteur stond dit alleen toe voor het verlies van de eerste fiscale eenheid uit 2009. Het verlies van de tweede respectievelijk derde fiscale eenheid verrekende hij met de winsten over de jaren 2007 respectievelijk 2008. De fiscale eenheid en de inspecteur verschilden met elkaar van mening wat onder ‘boekjaar' in de verliescompensatieregeling moest worden verstaan.
Boekjaar is de periode waarover de boeken worden opgemaakt
Het hof merkte hierover het volgende op. Kenmerkend voor het begrip "boekjaar" is dat het een periode betreft waarvoor "de boeken" worden opgemaakt. Het Hof was van oordeel dat dit niet per sé de periode overeenkomstig het statutaire boekjaar hoeft te zijn. Dat volgens het jaarrekeningrecht een volgens de statuten opgemaakte jaarrekening moet worden gepubliceerd, is volgens het hof niet bindend voor het belastingrecht. Als tussentijds de (groot)boeken fiscaal worden afgesloten en opgemaakt, leidt dit tot de conclusie dat daarmee een "boekjaar" tot stand is gekomen. Het hof stelde de fiscale eenheid op dit punt in het ongelijk.
Bron: PwC
2