PwC'er Stef van Weeghel heeft voor een interview met het Financieele Dagblad de brief teruggezocht die staatssecretaris Eric Wiebes van Financiën vorig jaar op Prinsjesdag naar de Tweede Kamer stuurde. De belangrijkste passage is onderstreept. Van Weeghel leest voor: ‘Een stelselherziening zonder lastenverlichting is niet haalbaar, maar een lastenverlichting zonder een bijbehorende stelselherziening is een gemiste kans.' De nadruk ligt op de laatste twee woorden. Lees hieronder het volledige bericht, zoals in het FD.
Van Weeghel leidde in 2010 de studiecommissie die in opdracht van het laatste kabinet-Balkenende het eerste advies uitbracht over een nieuw belastingstelsel. Hij gaf er zijn naam aan. Vijf jaar later constateert hij dat de ‘gemiste kans' uit de brief van Wiebes werkelijkheid is geworden. ‘Doodzonde' noemt hij dit. Want nu het kabinet volgend jaar € 5 mrd gaat uitdelen aan lastenverlichting zonder stelselherziening, is de kans daarop voor jaren verkeken. De hoogleraar internationaal belastingrecht en het wereldwijde hoofd ‘tax policy' van advies- en accountantsorganisatie PwC blikt aan het begin van het nieuwe parlementaire seizoen nog steeds met enige verbazing terug op hoe het kabinet dit voorjaar zijn belastingplannen presenteerde. Die presentatie, in drie tranches, viel niet te rijmen met de ambitie die een jaar geleden uit de brief van Wiebes sprak, zegt hij.
Lastenverlichting
Lastenverlichting was de eerste trap van de raket die het kabinet van VVD en PvdA in de richting van de Tweede Kamer schoot. Daaraan viel niet te tornen. Trap twee en drie, zorgvuldig losgekoppeld van één, behelsden hervormingen van het stelsel, waarvoor de coalitie steun zocht bij de oppositie.Van Weeghel: ‘Als je cynisch bent, zeg je dat het kabinet voor € 5 mrd lastenverlichting zorgt en de oppositie de hervorming heeft tegengehouden. Maar als je echt iets wilt bereiken, presenteer je lastenverlichting en stelselherziening in één pakket, zodat zoet en zuur onlosmakelijk aan elkaar zijn vastgeknoopt. Precies zoals de staatssecretaris vorig jaar schreef aan de Kamer.'
Welke kansen zijn er gemist? Met andere woorden, welke veranderingen in de belastingen zijn broodnodig?
‘Dat zijn er drie. De fiscale behandeling van ondernemers moet worden herzien, zodat er een meer gelijke inkomstenbelasting geldt voor ondernemers, werknemers en inkomsten uit andere werkzaamheden. Schaf de zelfstandigenaftrek af. Het vaste dienstverband is steeds minder relevant, er komen steeds vaker andere arbeidsrelaties voor. Dan is er geen rechtvaardiging meer om fiscaal onderscheid te maken. Je vermindert ook meteen de spanning in het grijze gebied tussen zelfstandigen en werknemers. De tweede gemiste kans is het schrappen van het verlaagde btw-tarief. Daarmee maak je heel veel geld vrij om belastingen op arbeid te verlagen. Ten slotte moeten eigen en vreemd vermogen van bedrijven neutraler worden behandeld, in plaats van de financiering met schulden te bevoordelen. Denk bijvoorbeeld aan vermogensaftrek en -bijtelling of defiscalisering van groepsrente met aanwending van de opbrengst van de tariefsverlaging.'
Is het niet wat veel gevraagd van een regering die al veel heeft hervormd, om in haar laatste jaar ook de belastingen nog ingrijpend te veranderen?
‘We zijn al zes jaar bezig met deze belastingherziening. Na ons advies is er het rapport van de commissie-Van Dijkhuizen verschenen, er zijn hoorzittingen gehouden. Van de kant van de regering is er tot nu toe nog geen concreet voorstel. Dit zijn langdurige processen, die vaak over meerdere kabinetsperiodes lopen. Het kabinet had de herziening concreter kunnen maken door een blauwdruk te geven van waar het naartoe wil. Daarbij had het open kunnen laten wanneer de veranderingen worden ingevoerd. Zo is dat in het verleden ook gegaan.'
Gaat er de komende jaren nog wel iets gebeuren in de belastingwetgeving?
‘Niets ingrijpends, wel kleine vereenvoudigingen. Verder verwacht ik dat het kabinet nog iets gaat doen met box 3 (belasting op inkomen uit vermogen, red.). Maar als ik goed begrijp welke kant dat op gaat, is mijn advies: blijf af van box 3. In wat we tot nu toe hebben gezien, worden vermogenssoorten verschillend belast. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat kleine spaarders hun geld op de bank hebben staan, terwijl mensen met grotere vermogens ook beleggen in aandelen en vastgoed. Voor elk van deze categorieën wordt met gegevens uit de markt een rendement berekend, waarover een vast percentage belasting verschuldigd is. De veronderstelde verdeling van het vermogen hoeft echter helemaal niet te corresponderen met de werkelijkheid. Iemand met veel geld kan dat best allemaal op een spaarrekening hebben staan. Die blijft het onrechtvaardig vinden belasting te betalen over dividenden en koerswinsten op aandelen die hij helemaal niet bezit. Een tegenbewijsregeling is al snel constructiegevoelig. Als je box 3 wilt veranderen, moet je gaan heffen over werkelijk behaalde rendementen. Banken kunnen die gegevens tegenwoordig eenvoudig aanleveren.'
Frustreert het u dat het rapport van uw commissie vruchteloos is gebleven?
‘Nee, totaal niet, ik heb dat werk met ongelooflijk veel plezier gedaan. Het is een genoegen intellectueel bezig te zijn met belastingen, scenario's te bedenken en rekening te moeten houden met de politiek. Ook was de samenwerking met de anderen heel plezierig. Het is heel jammer dat het kabinet-Balkenende IV is gevallen, want Wouter Bos en Jan-Kees de Jager (PvdA-minister en CDA-staatssecretaris op Financiën; red.) waren zeer gemotiveerd om de belastingen te hervormen. Het zou een mooi sluitstuk zijn geweest, als die hervorming er was gekomen.'
Bron: PwC
3