Pensioenregelingen die uitgaan van een iets te vroege pensioeningangsdatum (de eerste dag van de maand waarop een pensioendeelnemer 67 jaar wordt in plaats van de dag van de 67e verjaardag) hoeven niet per direct te worden aangepast om een fiscaal zuivere pensioenregeling te blijven. Om redenen van eenvoud en doelmatigheid keurt de staatssecretaris voor een periode van twee jaar goed dat de actuariële herrekening van het maximale opbouwpercentage achterwege mag blijven.
Wat betekent dit?
Pensioenregelingen met als pensioenrichtleeftijd de eerste dag van de maand waarin iemand 67 jaar wordt en een opbouwpercentage van 1,875% (middelloon) / 1,657% (eindloon) worden tot 1 januari 2017 niet als fiscaal bovenmatig aangemerkt. Per 1 januari 2017 vervalt de tijdelijke goedkeuring en geldt weer onverkort de wettelijke systematiek. Dit betekent dat uiterlijk per 1 januari 2017 de pensioenregelingen van werkgevers en de systemen/administratie van de pensioenuitvoerders – waar nodig – hierop moeten zijn aangepast.
Achtergrond
De pensioenrichtleeftijd is op grond van de fiscale wetgeving de dag waarop iemand 67 jaar wordt. Indien in een pensioenregeling als pensioenleeftijd is opgenomen ‘de eerste dag van de maand waarin een werknemer 67 jaar wordt', is strikt genomen sprake van een pensioeningangsdatum vóór de fiscale pensioenrichtleeftijd (behalve voor degenen die op de eerste dag van de maand jarig zijn). Deze eerdere pensioeningangsdatum is fiscaal toegestaan mits het maximale opbouwpercentage actuarieel wordt herrekend. Dit leidt tot een verlaging van het maximale opbouwpercentage van 1,875% naar 1,863% (middelloonregelingen) / 1,657% naar 1,646% (eindloonregelingen). Deze verlaagde maximale opbouwpercentages behorende bij pensioenrichtleeftijd 66 jaar en 11 maanden zijn op 23 januari 2015 gepubliceerd.
Tijdelijke goedkeuring
In de beantwoording van de Kamervragen naar aanleiding van bovenstaande is aangegeven dat in 2015 weliswaar voor het eerst de verlaagde maximale opbouwpercentages behorende bij leeftijd 66 jaar en 11 maanden zijn gepubliceerd, maar dat de hierboven beschreven wettelijke systematiek al vanaf de introductie van het Witteveenkader in 1999 geldt. Om redenen van eenvoud en doelmatigheid heeft de staatssecretaris nu de tijdelijke goedkeuring getroffen.
Bron: PwC
0