Onlangs is de Evaluatie innovatiebox 2010-2012 aangeboden aan de Tweede Kamer. Het evaluatierapport en de begeleidende brief schetsen een positief beeld van de toegankelijkheid, doeltreffendheid en doelmatigheid van de Nederlandse innovatiebox. Er wordt verder met een kritische bril naar de innovatiebox gekeken om de ontwikkelingen van de Nederlandse concurrentiepositie in het internationale fiscale landschap weer te geven.
Wat betekent dit?
Bepaalde winsten die worden belast met vennootschapsbelasting kunnen onder omstandigheden worden aangemerkt als ‘innovatieboxwinsten'. Voor een onderneming kan dit bijzonder gunstig zijn, omdat dan een vennootschapsbelastingtarief wordt toegepast van effectief 5%. De Nederlandse innovatiebox staat echter onder internationale druk en lijkt te moeten worden aangepast aan nieuwe normen. Deze druk is tweeledig. In de eerste plaats voeren steeds meer landen een met de innovatiebox vergelijkbare regeling in waardoor de concurrentiepositie van Nederland verslechtert. In de tweede plaats wordt vanuit de OESO druk uitgeoefend op Nederland om de toepassing van de innovatiebox te beperken, vooral in relatie tot grote ondernemingen. Maakt een onderneming gebruik van de innovatiebox, of is een onderneming van plan om van de regeling gebruik te maken, dan kunnen de voorgestelde wijzigingen wellicht van belang zijn.
Bevindingen innovatieboxrapport
De innovatiebox is bedoeld als stimulans voor winsten op zelfontwikkelde immateriële activa waarvoor een (i) octrooi of (ii) kwekersrecht of (iii) S&O-verklaring is afgegeven. Effectief komt dit neer op de toepassing van een vennootschapsbelastingtarief van 5%. De innovatiebox maakt echter deel uit van een ruimere set aan beleidsinstrumenten die bedoeld zijn om R&D en innovatie in Nederland te stimuleren. Naast de innovatiebox kent Nederland de zogenoemde WBSO en RDA regeling. Deze regelingen verlagen de loonkosten respectievelijk andere R&D-gerelateerde kosten en uitgaven.
Volgens het rapport is in de periode 2007-2013 het gebruik van de innovatiebox sterk gestegen. Dit heeft onder meer te maken met eerdere wetswijzingen die voor een verruiming hebben gezorgd, en de invoering van de forfaitaire berekeningsmethode die de toegankelijkheid van de innovatiebox voor het mkb heeft versoepeld. Uit het onderzoek blijkt verder dat bedrijven door de innovatiebox per ontvangen euro aan belastingvoordeel, 54 eurocent extra aan R&D en innovatie besteden. Daarnaast zorgt de innovatiebox voor een gunstig vestigingsklimaat waardoor internationale innovatieve bedrijven naar Nederland trekken, en reeds in Nederland gevestigde bedrijven hier blijven. De maatschappelijke opbrengsten van de R&D en innovatie overstijgen daarmee de private opbrengsten.
Spanningsveld
PwC volgt op de voet welke invloed de minimum OESO-standaarden zal hebben voor het Nederlandse innovatieboxregime. De zogenoemde ‘nexusbenadering' die de OESO voorstaat is voornamelijk bedoeld om de grote ondernemingen te treffen en misbruik van fiscale rechtssystemen tegen te gaan. In Nederland komen de voordelen van het innovatieboxregime voornamelijk ten goede aan grote bedrijven met meer dan 250 werknemers. Een verdere aanscherping van de regeling zou een negatief effect kunnen hebben op het vestigingsklimaat van Nederland. De innovatiebox zorgt nu voor een tariefs- en een comparatief voordeel, maar Nederland is niet het enige land dat een dergelijke fiscale stimuleringsmaatregel kent. Het voornemen van het kabinet om door middel van internetconsultatie tot een juiste belangenafweging te komen, juicht PwC toe. Innovatie is immers een bron van duurzame economische groei en zonder een aantrekkelijk vestigingsklimaat is innovatie in Nederland wellicht geen vanzelfsprekendheid.
Bron: PwC
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Vennootschapsbelasting
8