Op 30 juli 2015 heeft Nederland een protocol tot wijziging van het belastingverdrag met Indonesië getekend. Door de aanpassingen gelden dadelijk andere bronbelastingtarieven voor dividenden en interest.
Daarnaast krijgen Nederland en Indonesië meer ruimte om onderling informatie uit te wisselen voor de belastingheffing. Ook gaan beide landen elkaar bijstand verlenen bij de invordering van belastingvorderingen. Hoewel sommige aanpassingen voor belastingplichtigen minder positief zijn, blijft het belastingverdrag zeer gunstig vanuit Indonesisch perspectief vanwege de lage bronbelastingtarieven.

Wat betekent dit voor het zakendoen met Indonesië?

De wijzigingen zullen pas op een later moment effect hebben; namelijk enkele maanden na afronding van de formele ratificatieprocedures in beide landen. Op dit moment is nog onduidelijk wanneer dat precies zal zijn. Hieronder bespreekt PwC enkele hoofdlijnen van het wijzigingsprotocol.

Aanpassing bronbelasting op dividenden

Onder het verdrag mag het land van waaruit een dividendbetaling plaatsvindt bronbelasting heffen over het dividend. Deze heffingsbevoegdheid wordt beperkt tot een maximum tarief in de bronstaat. Het algemene maximale bronbelastingtarief wordt verhoogd van 10% tot 15% van het bruto dividend. Is de uiteindelijk gerechtigde echter een lichaam met een belang van tenminste 25% in het lichaam dat het dividend uitkeert, dan geldt straks juist een lager tarief. De bronheffing op die dividenden wordt namelijk verlaagd van 10% tot 5%. Voor bepaalde pensioenfondsen blijft het maximale bronbelastingtarief 10%.

Introductie bronbelasting bij interest op lening met looptijd van meer dan twee jaar

Het belastingverdrag bevat ook toewijzingsregels voor de heffingsbevoegdheid over interestbetalingen. Nu zijn interestbetalingen op een lening met een looptijd van meer dan twee jaar en interest betaald in verband met de verkoop op afbetaling van nijverheids- of handelsuitrusting of wetenschappelijke uitrusting, alleen te belasten door het land waar de crediteur inwoner is. Het wijzigingsprotocol introduceert nu de mogelijkheid tot een bronheffing over dergelijke rente door het land van waaruit de betaling plaatsvindt, tegen een maximum tarief van 5% van het brutobedrag van de interest. Alleen Indonesië heft bronbelasting op interestbetalingen.

Uitwisselen van (meer) informatie

Het verdrag biedt de mogelijkheid tot het uitwisselen van informatie tussen de verdragspartners. Het wijzigingsprotocol breidt de reikwijdte daarvan uit. Overeengekomen is dat beide staten informatie gaan uitwisselen die ‘naar verwachting' van belang is voor de toepassing van het belastingverdrag en de nationale belastingwetgeving. De huidige tekst spreekt van informatie die ‘nodig is'. Als een van beide staten om informatie verzoekt dan moet de andere staat in beginsel de verlangde informatie verzamelen, binnen de kaders van de nationale wetgeving.

Bijstand bij invordering

Nederland en Indonesië hebben afgesproken elkaar bijstand te zullen gaan verlenen bij de invordering van belasting. Een verzoek om bijstand kan alleen worden ingediend als het totale bedrag van de belastingvordering tenminste € 1.500 bedraagt.

OESO-conforme uitlegging ‘uiteindelijk gerechtigde'

Een aantal bepalingen in het belastingverdrag tussen Nederland en Indonesië zijn (nagenoeg) gelijk aan die van het OESO-model belastingverdrag. Beide landen hebben afgesproken die bepalingen uit te leggen overeenkomstig het relevante commentaar van de OESO. Het gaat daarbij om het commentaar op het tijdstip van ondertekening van het belastingverdrag en de latere wijzigingen ter verduidelijking daarvan. Deze OESO-conforme uitlegging geldt nadrukkelijk voor het begrip ‘uiteindelijk gerechtigde' zoals dat wordt gebruikt in de verdragsbepalingen over dividenden, interest en royalty's.

Geen LOB of ‘principle purpose test'

Het belastingverdrag tussen Nederland en Indonesië kent geen algemene ‘limitation on benefits' bepaling of ‘principle purpose test' op basis waarvan onder omstandigheden de verdragsvoordelen niet worden toegekend. Het wijzigingsprotocol brengt daar geen verandering in.

Inwerkingtreding en toepassing

De Nederlandse regering moet het ondertekende protocol nog goedkeuren en bekrachtigen. Een vergelijkbare procedure geldt voor Indonesië. Daarna stellen beide regeringen elkaar op de hoogte van het afronden van de ratificatieprocedure. Het protocol treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgend op de laatste kennisgeving. De wijzigingen zijn vervolgens van toepassing op bedragen betaald of betaalbaar gesteld op de eerste dag van de tweede maand volgend op de datum van inwerkingtreding. Wanneer dit zal zijn is nog niet duidelijk.
 
 

Bron: PwC

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Internationaal belastingrecht

18

Gerelateerde artikelen