Rechtbank Rotterdam heeft uitspraak gedaan in drie zaken over het niet tijdig nemen van een besluit door de Dienst Toeslagen. Het gaat over besluiten op grond van de Wet hersteloperatie toeslagen (Wht). De rechtbank heeft beslist dat in zaken waarin nog een besluit op bezwaar moet worden genomen, de Dienst Toeslagen dat binnen 40 weken alsnog moet doen. Gebeurt dat niet, dan moet de Dienst Toeslagen een dwangsom betalen van 50 euro per dag.
Hiermee beslist de rechtbank anders dan voorheen. Tot nu toe moest de Dienst Toeslagen binnen 12 weken alsnog een besluit nemen, op straffe van een dwangsom van 100 euro per dag.
De rechtbank stelt voorop dat het zeer onwenselijk is dat iemand die compensatie heeft aangevraagd, zo lang op zijn of haar beslissing moet wachten. Het doet afbreuk aan het vertrouwen in de rechtsstaat dat de Dienst Toeslagen structureel de wettelijke beslistermijnen niet nakomt, rechterlijke uitspraken niet naleeft en dwangsommen verbeurt. Maar de rechtbank stelt ook vast dat de hersteloperatie veel groter en complexer blijkt dan gedacht en dat de Dienst Toeslagen maatregelen neemt om het besluitvormingsproces te versnellen.
Volgens vaste rechtspraak moet de rechtbank een beslistermijn vaststellen die ‘niet onnodig lang, maar ook niet onrealistisch kort’ is. In de huidige omstandigheden is een termijn van 12 weken onrealistisch kort in zaken waarin de Dienst Toeslagen een besluit op bezwaar moet nemen. Daarom krijgt de Dienst Toeslagen in die zaken voortaan een termijn van 40 weken. In zaken waarin voor de tweede keer beroep wordt ingesteld tegen het uitblijven van een besluit op bezwaar (en waarin de Dienst Toeslagen eerder al 15.000 euro aan dwangsommen heeft verbeurd), moet de Dienst Toeslagen binnen 20 weken alsnog een besluit nemen.
De rechtbank verlaagt ook de dwangsom per dag tot 50 euro. Er zijn veel verschillende herstelregelingen en de Dienst Toeslagen moet voor iedere aanvrager hierover een apart besluit nemen. Omdat alle besluitvorming vertraging oploopt, komt het inmiddels regelmatig voor dat de Dienst Toeslagen ten aanzien van dezelfde aanvrager meermaals hoge dwangsommen verbeurt. De rechtbank vindt dit disproportioneel.
In de uitspraak (ECLI:NL:RBROT:2024:6560) gaat de rechtbank ook in op de verhouding tussen de staatsmachten. De rechtbank ziet het niet als haar taak om een structurele oplossing te bieden voor de problemen van de Dienst Toeslagen. Maar de rechtbank heeft wel een taak bij de juridische uitleg en toepassing van de wettelijke voorschriften over de nadere beslistermijn en de hoogte van de dwangsom, in het licht van alle relevante omstandigheden.
Bron: Rechtbank Rotterdam
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet