Het heeft geen zin om naar de rechter te stappen als het Openbaar Ministerie er te lang over doet om een beslissing te nemen over een bezwaar tegen een opgelegde verkeersboete. Dat oordeelt Rechtbank Midden-Nederland in één uitspraak over 433 zaken. Deze mensen moeten wachten op de beslissing van het Openbaar Ministerie.

Kleinere verkeersdelicten worden afgedaan met een boete via de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften, ook wel bekend als de Wet Mulder. Voordat iemand naar de rechter kan, moet diegene tegen de boete eerst bezwaar maken bij het Openbaar Ministerie. Het Openbaar Ministerie mag maximaal een half jaar de tijd nemen om een bezwaar te behandelen, maar die termijn wordt niet altijd gehaald.

In de zaken waar het nu om ging hadden 433 mensen hun boete aangevochten, in de meeste gevallen via de app van het bedrijf Bonnetje. Een door Bonnetje ingeschakeld juridisch bureau is vervolgens de procedures gestart omdat er niet op tijd een beslissing zou zijn genomen door het Openbaar Ministerie.

Alleen symbolische beslissing

Dit soort zaken vallen onder het bestuursrecht, maar de regels voor de procedure zijn iets anders dan bij de gewone bestuursrechter. Het enige wat de rechter kan, is vaststellen dat het Openbaar Ministerie te laat is. Maar dat is niet meer dan een symbolische beslissing die de procedure niet versnelt.

De conclusie van de rechtbank is daarom dat er geen belang is om een procedure te voeren over niet tijdig beslissen in zaken over verkeersboetes. In alle 433 zaken is daarom niet verder beoordeeld of er te laat is beslist. Deze mensen moeten wachten op de beslissing van het Openbaar Ministerie.

De zaak is gepubliceerd onder nummer ECLI:NL:RBMNE:2024:2836.

Bron: Rechtbank Midden-Nederland

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Civiel recht algemeen

420

Gerelateerde artikelen