Een koper van speculatieve landbouwgrond die zich misleid voelt door de verkoper, hoeft geen boete te betalen voor het niet nakomen van de koop. Dit heeft Rechtbank Midden-Nederland bepaald. Het is de tweede keer in korte tijd dat een rechter in zo'n zaak in het voordeel van de koper oordeelt, meldt de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB).

Bij speculatieve grondhandel knippen grondhandelaren landbouwpercelen op om dit te verkopen aan kleine beleggers. Vaak met de (valse) belofte dat er op termijn op deze grond gebouwd mag worden. Notarissen kunnen kopers niet waarschuwen voor deze misleiding omdat zij pas worden ingeschakeld bij de eigendomsoverdracht.

De KNB ijvert bij de Tweede Kamer al een tijd voor een aanpassing van de koopprocedure, waarbij het laten opstellen van een koopovereenkomst voor dit soort transacties door de notaris gebeurt. Daardoor kan de notaris de koper tijdig – dus voor het sluiten van de koopovereenkomst – waarschuwen voor de risico’s van deze transactie.

In de zaak bij Rechtbank Midden-Nederland (ECLI:NL:RBMNE:2024:149) is sprake van een uiterst speculatieve en risicovolle belegging, waarover de verkoper geen open kaart heeft gespeeld. De verkoper heeft zich daarmee bediend van een misleidende handelspraktijk zoals bedoeld in artikel 6:193c BW. Ook heeft de verkoper essentiële informatie die de gemiddelde consument nodig heeft om een geïnformeerd besluit te nemen, in de fase voorafgaand aan de ondertekening van de koopovereenkomst weggelaten. Daarmee is volgens de kantonrechter sprake van een misleidende omissie als bedoeld in artikel 6:193d BW.

In een eerdere vergelijkbare zaak heeft Rechtbank Noord-Holland geoordeeld (ECLI:NL:RBNHO:2023:7910)
dat een koper van speculatieve landbouwgrond, die zich misleid en onder druk gezet voelde door de verkoper, de koop niet hoeft na te komen.

Bron: KNB

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Verbintenissenrecht

Dossiers: Agro

357

Gerelateerde artikelen