De Belastingdienst meldt dat er regelmatig onjuiste saldo's staan in de correcties van loonbelastingaangiften. Een juist correctiesaldo voorkomt een - mogelijk onterechte - naheffingsaanslag of teruggaaf loonheffingen.
Als de aangiftetermijn van de aangifte die een werkgever wil corrigeren al voorbij is, moet hij een correctie verzenden bij een aangifte van hetzelfde kalenderjaar waarvan de aangiftetermijn nog niet voorbij is. In de correctie moet het nieuwe totaal te betalen bedrag staan over het correctietijdvak. Ook moet bij ‘saldo correctie’ het verschil staan tussen het nieuwe en het vorige totaal te betalen bedrag, het zogenoemde correctiesaldo.
De werkgever betaalt vervolgens over het aangiftetijdvak waarbij hij de correcties voegt over dat aangiftetijdvak, vermeerderd of verminderd met het totaal van alle bijgevoegde correcties. Een voorbeeld:
In maart van een jaar komt een werkgever erachter dat hij een fout heeft gemaakt in de aangifte over het tijdvak van januari. Bij de aangifte van februari verzendt de werkgever een correctie over januari. Het te betalen bedrag over januari moet € 1000 zijn in plaats van € 800. Het correctiesaldo is dan € 200. De werkgever geeft per ongeluk een correctiesaldo van € 0 aan.
Cijfermatige uitwerking:
Aangifte februari | € 2.500 | ||
Correctiebericht januari | € 1.000 | ||
Eerder aangegeven januari | € 800 | ||
Correctiesaldo januari | € 0 | € 200* | |
Totaal te betalen | € 2.500 | € 2.700* |
* juiste bedragen
De Belastingdienst gaat uit van het bedrag dat de werkgever in het correctiebericht heeft vermeld. De werkgever ontvangt door deze fout een naheffingsaanslag omdat hij € 200 te weinig heeft betaald. Het is dus belangrijk om het juiste correctiesaldo aan te geven. De Belastingdienst ziet dat dit regelmatig misgaat.
Bron: Belastingdienst
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Salarisadministratie, Loonbelasting