Ongewenste aftrek
Momenteel zijn geldboetes opgelegd door buitenlandse overheden in Nederland nog aftrekbaar. Dit in tegenstelling tot geldboetes betaald aan de Nederlandse overheid of aan instellingen van de Europese Unie waarvoor al vanaf 1 januari 1991 een aftrekuitsluiting geldt.
Aan het tot nu toe in stand houden van de aftrekbaarheid van buitenlandse boetes liggen drie redenen ten grondslag. Allereerst omdat er bij buitenlandse boetes geen sprake is van een inbreuk op de Nederlandse rechtsorde. Ten tweede omdat het mogelijk gaat om een boete voor een – vanuit Nederlandse begrippen bekeken – ‘onzinnig' vergrijp met of zonder eerlijke berechting. Tot slot spelen hoge uitvoeringslasten een rol omdat de Belastingdienst zal moeten toetsen of de buitenlandse boete voldoet aan de Nederlandse maatstaven.
Alhoewel het hier gaat om drie valide redenen, heeft het kabinet de aftrekbaarheid van buitenlandse boetes toch opnieuw beoordeeld. Het onderscheid in behandeling tussen binnenlandse en buitenlandse boetes is volgens het kabinet in het huidige tijdsgewricht niet langer gewenst.
In 2013 gaf toenmalig staatssecretaris Weekers van Financiën al aan de aftrekbaarheid van geldboetes opgelegd door buitenlandse overheden nog eens tegen het licht te houden. Dit naar aanleiding van de maatschappelijke verontwaardiging die was ontstaan na het bericht dat de Rabobank de boete voor het manipuleren van de Liborrente in mindering zou kunnen brengen op de winst.
Meer dan een loze belofte
In een eerder artikel voor TaxLive waarschuwde Van Eijsden al dat dit geen loze belofte was van Weekers. En dat blijkt want recent kondigde staatssecretaris Wiebes zijn plan aan om ook buitenlandse boetes van aftrek uit te sluiten. Een en ander zal worden meegenomen in de Belastingplannen voor 2015. ‘De aftrekbaarheid voor de Nederlandse belastingheffing van boetes, ook van boetes die zijn opgelegd naar aanleiding van een inbreuk op de rechtsorde in het buitenland, druist in tegen het rechtsgevoel van veel burgers', aldus Wiebes.
Op zichzelf een begrijpelijke zet, zo vindt Van Eijsden. "Louter kijken naar de Nederlandse rechtsorde in een tijdperk waarin juist over grenzen heen wordt gekeken, zelfs wereldwijd, is niet meer van deze tijd. De aftrekuitsluiting van geldboetes is al niet beperkt tot de Nederlandse rechtsorde. Geldboetes betaald aan instellingen van de Europese Unie zijn immers ook al jaren van aftrek uitgesloten."
Toch is een waarschuwing volgens Van Eijsden op zijn plaats, want in hoeverre is het rechtsgevoel van burgers ook in overeenstemming met algemene juridische en fiscale uitgangspunten? "In de basis is de fiscaliteit amoreel. Dat betekent dat ook resultaten behaald met laakbaar gedrag belast zijn en de daarbij behorende kosten en boetes aftrekbaar. Zo zit het Nederlandse fiscale systeem nu eenmaal in elkaar. Inbreuk op dit systeem moet zoveel mogelijk worden beperkt. De aftrekuitsluiting uitbreiden naar alle geldboetes is een dergelijke inbreuk en dat zal dan ook weloverwogen moeten gebeuren, met goede argumenten, evenwichtig en niet verder dan nodig!"
Scherpe inzet
Bovendien zet Wiebes volgens Van Eijsden te scherp in door resoluut alle geldboetes van aftrek uit te sluiten. De bewindsman geeft aan dat er geen verschil in de fiscale behandeling moet bestaan tussen belastingplichtigen die in Nederland of belastingplichtigen die voor een soortgelijk vergrijp in het buitenland worden beboet. Terecht, vindt Van Eijsden, "maar een toetsing of sprake is van een soortgelijk vergrijp vindt niet plaats. Alle geldboetes worden over een kam geschoren."
Verzwakte rechtspositie
Uitzonderingsgevallen zijn volgens Wiebes mogelijk. ‘Dan moet het wel gaan om in het buitenland opgelegde geldboetes voor vergrijpen die het Nederlandse rechtsbestel niet alleen niet kent, maar waarvan de strafbaarheid ook evident strijdig is met de Nederlandse rechtsorde of dat bij de bestraffing van een gedraging in het geheel geen sprake is geweest van een behoorlijke rechtspleging. In dergelijke gevallen zal worden bezien of op grond van de hardheidsclausule de opgelegde boete toch in aftrek mag worden gebracht', zo geeft de bewindsman aan.
Van Eijsden benadrukt dat Wiebes met deze actie de rechtspositie van bedrijven verzwakt. "Bedrijven krijgen als het ware een dubbele aantoonbaarheidseis. Niet alleen moet het gaan om een buitenlandse geldboete voor een vergrijp die het Nederlandse rechtstelsel niet kent, maar er moet ook blijken dat de strafbaarheid overduidelijk in strijd is met de Nederlandse rechtsorde of dat evident sprake is van strijdigheid met algemeen aanvaarde beginselen van een behoorlijke strafrechtspleging (zoals wanneer een eerlijke berechting in het buitenland ontbreekt). Het is toch merkwaardig dat als het Nederlandse rechtstelsel een bepaalde boete niet kent, maar een dergelijke boete wel wordt opgelegd in het buitenland dit niet in Nederland aftrekbaar is."
Onbedoeld gebruik hardheidsclausule
Daar komt nog bij dat alleen met een succesvol beroep op de hardheidsclausule een ‘dubieuze' buitenlandse boete alsnog aftrekbaar is. "Daar is de hardheidsclausule niet voor bedoeld", aldus Van Eijsden. "De hardheidsclausule is bedoeld voor onvoorziene omstandigheden die de wetgever bij de invoering van een wettelijke bepaling niet heeft voorzien. De staatssecretaris geeft nu al aan dat er uitzonderingen mogelijk zijn. Van onvoorziene omstandigheden is dus geen sprake. "
Bovendien verzwakt ook de hardheidsclausule de rechtspositie van bedrijven. Bezwaar en beroep is dan namelijk niet mogelijk.
Wettelijke uitzonderingspositie
Van Eijsden pleit dan ook voor het opnemen van een wettelijke algemene bepaling voor de uitzonderingsgevallen. "Op die manier is duidelijk dat er in bijzondere omstandigheden kan worden afgeweken van de hoofdregel dat geldboetes niet aftrekbaar zijn. In nader beleid kan dan worden opgenomen in welke situaties er wel aftrek mogelijk is, bijvoorbeeld als bij het opleggen van de buitenlandse geldboete niet de algemeen aanvaarde beginselen van een behoorlijke strafrechtspleging in acht zijn genomen. Met een wettelijke bepaling kunnen bedrijven terugvallen op de wet en staat beroep en bezwaar open en dat komt de rechtspositie van bedrijven ten goede."
Bron: Redactie TaxLive
Informatiesoort: Nieuws
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting