De ministerraad heeft op voorstel van minister Karremans van Economische Zaken op 17 oktober 2025 ingestemd met het nieuwe industriebeleid, waarin wordt gefocust op de meest kansrijke markten voor Nederland.
De Hoge Raad oordeelt dat het Verdrag met Malta zowel een heffingsvacuüm wil voorkomen in verband met het aldaar voor non-domiciled residents geldende remittance base regime, als het onthouden van de verdragsvoordelen aan hen die door een bijzondere regeling geheel of gedeeltelijk van belastingheffing zijn vrijgesteld.
Een flexwoning kwalificeert als een ‘gebouw’ in de zin van art. 3.30a Wet IB 2001. De afschrijvingsbeperking van dat artikel is daarom van toepassing. Dat is het standpunt van de Kennisgroep winstbepaling.
Advocaat-generaal HvJ EU Szpunar concludeert dat G GmbH de kosten van de printsjablonen voor de etiketten op de conserven in blik moet optellen bij de relevante transactiewaarde. Dit geldt wanneer de in het douanegebied van de EU gevestigde koper deze printsjablonen kosteloos in elektronische vorm aan leveranciers in een derde land ter beschikking stelt.
Het Hof van Justitie EU oordeelt dat Roemenië niet in strijd me het EU-recht handelt door producenten van elektriciteit uit hernieuwbare bronnen te onderwerpen aan een belasting over de inkomsten uit de verkoop van hun elektriciteit boven een bepaalde vastgestelde prijs.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat geen rechtsherstel wordt geboden voor discriminatie bij de arbeidskorting op WGA-uitkeringen door het UWV. Het is aan de wetgever om discriminatie bij de arbeidskorting op te heffen.
Hof Den Haag oordeelt dat nationale rechters het Unierecht mogen uitleggen en niet verplicht zijn prejudiciële vragen te stellen aan het Hof van Justitie EU. Het beroep van X op het ontbreken van deze bevoegdheid en andere Unierechtelijke bezwaren faalt.
Hof Amsterdam oordeelt dat X BV opzettelijk privékosten als zakelijke uitgaven verwerkt en voorbelasting aftrekt, waardoor de aangiften vennootschapsbelasting en omzetbelasting onjuist zijn. De werkelijke aard van de betalingen is bewust verhuld.
A-G Wattel concludeert dat de jaarlijkse oprenting van de verplichting niet jaarlijks aftrekbaar is bij het bepalen van de winst van X BV. Het belang moet weliswaar op de (fiscale) balans worden geactiveerd, maar de resultaten van deze post zijn onderdeel van de kostprijs.
Advocaat-generaal Emiliou concludeert dat de Italiaanse maatregelen die criteria vaststellen om het beheer van commerciële entrepots die handelen in energieproducten onder een accijnsschorsingsregeling toe te staan niet in strijd zijn met het EU-recht.