Schoonmakers die via het inmiddels failliete onlineplatform Helpling huishoudelijk werk deden, moeten worden gezien als werknemers van het internetbedrijf. Dat adviseert de advocaat-generaal aan de Hoge Raad, die dit soort adviezen vaak overneemt.

Het gaat om een advies dat mogelijk grote invloed heeft op het sluitstuk van jarenlange procedures tussen vakbond FNV en Helpling. Die app brengt huishoudens in contact met schoonmakers, die volgens Helpling als zelfstandige ondernemers werkten. Maar FNV was het daar niet mee eens en stelde dat schoonmakers feitelijk werknemers waren, omdat ze zich aan veel voorschriften van Helpling moesten houden.

Samen met een Helpling-schoonmaakster spande de bond een rechtszaak aan en kreeg in hoger beroep deels gelijk. Hof Amsterdam oordeelde namelijk dat de huishoudelijk hulpen uitzendkrachten waren, waarmee ze ook recht hebben op doorbetaling bij ziekte en een transitievergoeding bij ontslag.

Nadat zowel Helpling als FNV naar de Hoge Raad was gestapt, vindt de advocaat-generaal dat de schoonmakers reguliere werknemers van het platform waren. In het eerdere oordeel zag het gerechtshof de huishoudens nog als 'inleners', zoals bedrijven die uitzendkrachten inhuren. Maar volgens de advocaat-generaal kunnen particulieren niet als inleners worden gezien en zijn schoonmakers dus geen uitzendkrachten. Hoewel Helpling sinds januari 2023 failliet is, kan dit voor de schoonmakers van belang zijn voor het aanvragen van een werkloosheidsuitkering.

Het Nederlandse onderdeel van Helpling ging failliet toen het platform na de rechterlijke uitspraken op zoek moest naar een nieuw verdienmodel. Van de rechter mocht de app namelijk ook geen vergoeding vragen van schoonmakers die via Helpling een klus bemachtigden. Het Duitse moederbedrijf weigerde de aanhoudende verliezen op te vullen met nieuwe kredieten, waarna Helpling Nederland bankroet ging. Omdat de kans bestaat dat Helpling met terugwerkende kracht werkgever wordt, heeft de curator alle bij het platform geregistreerde huishoudhulpen ontslag aangezegd.

Bron: Hoge Raad

Informatiesoort: Nieuws

Rubriek: Arbeidsrecht, Loonbelasting, Premieheffing

Focus: Focus

1334

Gerelateerde artikelen